Jetse Batelaan is aangetreden als artistieke spullenbaas van Theater Artemis in ‘s-Hertogenbosch. Zijn eersteling is een pubervoorstelling. Over schaamte, misschien wel. Of over stamelen. Over iets voorstellen ook. Over alles eigenlijk.

Laten we voor alle zekerheid één ding vaststellen: de voorstelling De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen (14+) gaat niet over napraten. Er wordt wel in na-gepraat. Maar dat is iets anders, zoals het publiek aan het begin kan vaststellen. Het openingskwartier is duidelijk en overrompelend melig én kei-goed tegelijkertijd. Er wordt in woord en (onhandig) gebaar op de speelvloer gedemonstreerd waar het ’t komend anderhalf uur allemaal wél en niét naartoe kan. En dan zijn ‘ze’, de drie spelers, die ene ‘beroemdheid’ en de techniekers, nog niet eens begonnen. Over hoe je een voorstelling begint, daar gaat het in dat eerste kwartier ook over. Zoals de voorstellingen van Jetse Batelaan (35, stoer krijgerkind onder de toneelsleutelaars) ook altijd gaat over wat dat nou precies kán zijn, toneel maken, opkomen, kunstjes doen, beroemd zijn. Vindt u deze recensie al saai? Dat is mooi! Of liever: dat is Fijn, zoals Jetse Batelaan via een lampjesreclame aan ons laat weten.

Steeds, in deze voorstelling met die heerlijk lange titel, als je denkt: ‘begint het nou een keer’ of ‘schiet het een beetje op’, dan begint er iets en gebeurt er iets, waardoor alles ook meteen opschiet. Jetse Batelaan en zijn spelers jongleren behendig met ons geduld. Net als we gewend zijn aan het struikgewas aan herhalingen van teksten en vondsten ontploft er iets, komt er ergens rook of licht uit, of knalt er een figuur van woede uit elkaar. En als je dan denkt: ‘kan het een tandje minder’, dan ontstaat op het toneel een stille liefdesscène waarin de partners elkaars teksten dusdanig door elkaar klutsen dat op den duur niet meer duidelijk is wié op wié verliefd is en wié precies wié met wát in de war wil brengen. Zo doet een speler opeens een stemoefening, die later als oefenstof voor ons allemaal in de voorstelling terugkeert. De ‘beroemdheid’ doet een opzichtig so-you-think-you-can-dance-dansje dat verderop in de vorm van een bloed-zweet-en-blaren-balletje terugkeert. Een toneelspeler heeft aangekondigd dat er straks een scène komt die misschien een beetje gênant is, drie kwartier later wordt die scène echt gespeeld en het blijkt een van de mooiste momenten van de voorstelling te zijn.

Ik kwam met een diep geluksgevoel de zaal uit. En hoorde nog net een strenge meneer met een pedagogenjasje tegen een strenge mevrouw met een pedagogenbril zeggen dat dit totaal niet geschikt is voor pubers. Jetse Batelaan heeft weer raakgeschoten, dacht ik meteen.

Foto: Kurt van der Elst

(Sterren toegekend door de redactie.)