In De broekophouder voert Servaes Nelissen diverse personages ten tonele die hij allemaal speelt met dezelfde pop. Zelfs als hij zijn oude, zwijgende moeder speelt, weet hij te ontroeren.

Na de herneming vorig jaar van zijn succesvoorstelling Herberts aquarium en een uitstapje naar de Haarlemse kerstvoorstelling Scrooge, is Nelissen eindelijk weer te zien met een nieuwe productie. Het uitgangspunt is puntgaaf. De broekophouder gaat over een buikspreker die later spindoctor wordt. Nelissen baseerde zijn figuur losjes op ex-staatssecretaris Jack de Vries van Defensie. We maken kennis met Ron Scherpenzeel die net gescheiden is van zijn vrouw en nu op elf hoog woont. Behalve zijn moeder ontmoeten we zijn dochter, zijn ex-vrouw Elsemieke en de pop Norbert die twintig jaar in een koffer heeft gewoond.

Nelissen bedient zich niet van de uitvergroting als stijlmiddel, zoals Orkater in Breaking the news. Bij hem draait het in de verschillende scènes vooral om klein menselijk leed dat hij prachtig verbeeldt. Een van de mooiste momenten uit De broekophouder is de vrijpartij met zijn ex-vrouw die hem oraal bevredigt. Dat klinkt plat, maar is dat geenszins. De scène is vooral hilarisch, maar ook ontroerend. Dit kenmerkt  het theateridioom van Nelissen waarbij humor en tragiek op zeer subtiele wijze hand in hand gaan. Ook heeft hij een fijnbesnaard gevoel voor de soms flinterdunne grens tussen camp en goede smaak, wat je ook hoort in de liedjes die hij zingt achter zijn keyboard.

Nelissen houdt een grappige inleiding als zichzelf en wisselt daarna voortdurend van rol. Het is altijd helder wie hij speelt of is. Hij breekt zijn verhaal soms af om zich rechtstreeks tot het publiek te wenden. Door zijn charme als performer, ga je als toeschouwer direct mee in zijn verhalen en met zijn personages. Nelissen speelt meer dan in vorige voorstellingen met zijn poppen en schakelt razendsnel. De speltechniek in de dialogen is adembenemend. De broekophouder is origineel en fijnzinnig, een hoogtepunt in zijn oeuvre.