Halfnaakte lijven gaan los op techno-beats. Ze stampen sinaasappels stuk en spuiten wild met flesjes cola light in het rond. Netjes op een plastic zeiltje weliswaar. De theatervloer mag natuurlijk niet vies worden. Le Mouton Noir betrekt de spanning tussen passie en orde uit De Bacchanten origineel op de theaterpraktijk.

‘Gelukkig is de mens die creëert’ zingen de spelers aan het eind in koor, met een blij dansje erbij. Al zijn er een hoop praktische bezwaren waar die mens mee dealen moet. Sinaasappelsap prikt in de ogen, alle troep dient weer opgeruimd en de choreografie moet voor het publiek wel een beetje gelijk.

De performers van het jonge collectief Le Mouton Noir (Evgenia Brendes, Khadija El Kharraz Alami, Scarlet Tummers en Bas Zemering) nemen in hun versie van Euripides’ Bakchai hun vak vrolijk op de hak. In knullig geknutselde kostuums en overdreven gedragen stemmen worstelen ze met rekwisieten en elkaars aanwijzingen. Het past verrassend goed bij de tragedie waarin de expressieve Dionysos-cultus botst op heftig verzet van koning Pentheus.

Met de naam Le Mouton Noir (het zwarte schaap) geeft het collectief al aan een stem te willen geven aan de buitenstaander, de Ander. En dat is hier niet alleen de theatermaker. De makers zoeken ook verbindingen met andere culturen en geloven die zich momenteel aandienen. Ze leggen in hun bewerking de nadruk op twee reacties: onderdrukking door een bange machthebber en het terroristische antwoord daarop.

Khadija El Kharraz Alami maakt van Dionysos een spannende, hedendaagse wrede Messias, die mede door een persoonlijke monoloog over een gemiste moeder echt een gezicht krijgt. Interessant is ook de positieve draai die de makers aan het hele conflict geven. Ze openen met de noodlottige gevolgen en eindigen met een vrolijk feest. Het is ook in de viering dat alle personages met verschillende talen elkaar even verstaan. ‘Gelukkig is de mens die zingt, gelukkig is de mens die danst!’

Er is duidelijk over deze voorstelling nagedacht, maar hij komt helaas moeilijk binnen. Door de ironische speelstijl verdwijnt alle tragiek uit de tekst, en de metatheatrale grapjes zijn vaak te flauw om er komedie van te maken. De zogenaamd spontane terzijdes zijn overigens duidelijk ingestudeerd. De vele woordeloze bewegingsscènes waarin de spelers zich overgeven aan de ‘vrije expressie’ gaan vaak eindeloos lang door. Khadija El Kharraz Alami overtuigt ook hier met de meest gedurfde en geestige poses. Bij de rest voelt het toch een beetje alsof je nuchter naar andermans getrip zit te kijken.

Foto: Le Mouton Noir