Een conspiratief zooitje ongeregeld, dat is het. De kont tegen de krib! Maar eerst nog een pilsje. Directe actie! Maar morgen kan ook nog. Onhandigheid kent geen tijd. Maar wat doen we met de gijzelaar?

Het zijn de vrije jongens van het Noord Nederlands Toneel uit de tijd van Koos Terpstra in het eerste decennium van de nieuwe eeuw. Ze hebben in die ruime acht jaar een rauw potje toneel leren spelen en zijn bij elkaar gebleven als de Nachtgasten van het improvisatietoneel. Met een eigen publiek op vaste stekken en met een eindeloze stoet gasten uit de toneelwereld die graag mee komen puzzelen als het zo uitkomt.

Hun avonden kunnen lang, intensief en razend spannend zijn. Nu hebben ze iets nieuws. Uit bij elkaar vergaarde stof heeft Rutger Kroon een heus toneelstuk gebakken en dat gaan ze een poos spelen, Niels Croiset, Koen Wouterse en Yorick Zwart. Ze hebben er zelfs een regisseur bij gevraagd, Wannie de Wijn. De activist is de titel. Vertrouwd is de deels geïmproviseerde inleiding en het af en toe stopzetten van de handeling (zaallicht aan) om een tijdsprong te maken of om een ruwe afslag dan wel een zachte plotwending nader toe te lichten.

Henk, Diederik en Bodde (als ik de namen goed heb verstaan) vormen al enige tijd een kleine kern biologische actievoerders tegen plofkippen, artificieel opgekweekte sojaculturen en ander veganistisch ongerief. Diederik heeft onlangs wegens drammerige verbale opdringerigheid een paar uur op de vliering van de biologische boerderij van Bodde opgesloten gezeten, voor straf. Na een week bedenktijd over dit taaie ongerief heeft hij de activistische nucleus voor spoedberaad bij elkaar geroepen. Op dat moment komen wij in het verhaal. De bebaarde boer van het drietal, Bodde, zoekt niet zozeer een vrouw, alswel de definitieve bevrijding uit hun eindeloze geouwehoer. En als het kan met een paar miljoen op de boerenleenbank. Maar hoe legt hij zijn companeros uit dat hij zijn biologische boerderij aan de meest biedende gaat verkopen?

De Titaantjes van het activisme willen een radicalere koers in slaan, zoveel is duidelijk. Maar hoe sla je een radicale koers in? En hoe radicaal kan die koers dan wel wezen? Als je geen echt heldere vijand meer ziet, hoe creëer je die dan? En als je hem (of haar) eenmaal hebt, hoe reken je er dan weer mee af? De existentiële onhandigheid waarmee deze actievoerders zich met kostelijke oneliners door de mijnenvelden en valkuilen van het activisme worstelen, is goed voor een kleine twee uur vermakelijk, zij het niet zeer diepgravend of vermanend toneel.

De horizonten en nieuwe verten van hun daadkracht worden ook nogal ingeperkt door de benauwde inzichten en krappe belangen die hun onderbuikgevoelens beslissend inkleuren. Verder kunnen wij, vanwege de beperkte hoeveelheid plotwendingen, hier niet al te veel méér onthullen. Er zal, zo is mijn inschatting, door veel improvisaties in de loop van de speeltijd nog wel het een en ander aan het verhaal verbouwd en verspijkerd worden. Met alle denkbare consequenties voor de raadselachtige gijzelaar in de enorme weekendtas tijdens het slot van De activist.

[sterren toegekend door de redactie]