Werkelijkheid en fictie lagen heel dicht bij elkaar op de première van Dames van de Beethovenstraat in de Balzaal van het Amsterdamse Hiltonhotel, daar vlak om de hoek, een locatie waar vaak joodse bruiloften worden gehouden. Nu repeteren vijf dames daar de liedjes en dansjes die ze willen uitvoeren op het huwelijk van de achterkleindochter van de oudste dame. En ze vertellen terloops over hun tragedies en overlevingsstrategieën.

Regisseur Saskia Huybrechtse van Parels voor de Zwijnen en auteur Wanda Reisel hebben een ingenieuze constructie bedacht. Lotte (Clari de Lieme) is 93 jaar en komt aan de vooravond van het huwelijk van haar achterkleindochter Valentina met vier vriendinnen uit de Beethovenstraat bij elkaar om het progamma van het bruiloftsfeest te bespreken en in te oefenen. Toeti (Carla Hardy), de jongste van het stel, is ceremoniemeester, maar het is al snel duidelijk dat Irma van 93 (Renée Sanders) de sterke vrouw is, Lia (Ineke Veenhoven) een charmant loeder en Betty (Marlies Hamelynck) een ongelukkige dikzak. Maar er lijkt ook een grote spanning tussen Lotte en Irma te bestaan, omdat ze van dezelfde man hebben gehouden, Max, die in de oorlog is verdwenen: op transport gezet of zomaar weggelopen?

Tussen de liedjes en de dansjes door komen ze een voor een met bekentenissen over hun verleden. Toeti zag tijdens de oorlog dat al haar vriendjes en vriendinnetje werden weggehaald; Lotte is Max, de vader van haar dochtertje, in haar hart altijd trouw gebleven; Irma daarentegen heeft de ene na de andere jonge man verslonden; Lia werd tijdens de oorlog verliefd op een Duitse officier en Betty heeft nadat zij als ondergedoken kind in een grote kast zat opgesloten, nooit meer van een mens kunnen houden en leeft daarom met zeven katten op een flatje.

Af en toe komt een verhaal stevig aan, bijvoorbeeld als de joodse Lotte vertelt hoe zij na Auschwitz te hebben overleefd in Friesland haar dochtertje terug vindt, die gelukkig is bij haar pleegouders, een andere naam heeft gekregen en zich niet meer aan haar moeder heeft kunnen hechten. ‘Zij ging naar Amerika en door de telefoon ging de relatie veel beter,’ besluit Lotte haar verhaal.

Natuurlijk zorgt de ouderdom voor lichamelijke ongemakken, die al dan niet plastisch worden hersteld. Er is eenzaamheid en wantrouwen, en dan zijn er de winkels en restaurants in de Beethovenstraat die plotseling sluiten, van naam veranderen of van eigenaar. Niets is meer zoals het misschien wel nooit is geweest.

Er wordt enthousiast en met gepaste overdrijving gespeeld, Jan Groenteman is een jonge pianist, naar wie alle dames snakken, maar het grijpt niet heel diep en de structuur is rommelig. Wat ontbreekt, is een werkelijk belangrijke onthulling, waar wel op wordt gezinspeeld maar die er niet komt. In plaats daarvan verschijnt aan het slot de jonge bruid, achterkleindochter Valentina, en zingt fraai I will survive van Aretha Franklin. Heel toepasselijk voor deze stokoude vrouwen die alles overleefden. Maar dramatisch een anticlimax, want het geheim van Irma blijkt alleen maar betrekking te hebben op de trouwschoenen van Lotte die zij zich heeft toegeëigend en altijd heeft bewaard. Valentina heeft ze nu aan. Lotte is altijd op haar mooie Max, de overgrootvader van Valentina, blijven wachten. Maar, besluit Irma dit monument voor vijf rare dames, ze hebben allemaal ergens op gewacht.

Foto: Maaike Timmers