Het is verleidelijk om de voorstelling Contact van Roswitha Bergmann te zien als een commentaar op de film Shame van Steve McQueen uit 2012. Ga maar na: beide producties zitten dicht op de huid van een succesvolle dertiger die worstelt met een seksverslaving. Zowel in Shame als in Contact wordt niet gezocht naar een verklaring maar wordt alleen de kwelling van deze dwangneurose tot op het bot in beeld gebracht.

Is het bij McQueen een yup in de neutrale, koude omgeving van Manhattan, Bergmann toont het geïsoleerde bestaan van een operazanger in de beslotenheid van een repetitiekamer. Daar tracht hij zijn driften te controleren door Bachs Goldbergvariaties te spelen of (veelzeggend!) de aria Mache dich, mein Herze, rein uit de Matthäus Passion te zingen. Maar de laptop, met alleen maar een zich zelfbevredigende vrouw op het beeldscherm, blijft lokken. Afgezien van een kort telefoongesprek en een wonderbaarlijk intermezzo, waarin hij tegen een hamster praat, bevindt hij zich in totale eenzaamheid. Alleen met zijn immer kloppende geslachtsdeel. En een doos tissues, natuurlijk. De propvolle prullenmand naast zijn tafel laat zien hoeveel zaad hij al verspild heeft.

Contact wordt door de maakster een tragikomische muziektheatervoorstelling genoemd maar dat lijkt me iets te veel van het goede. Eerder is het een wat onsamenhangende mix van een performance, een sketch, een paar dansscènes en een recital waaruit niet valt op te maken wat Bergmann nou met ons wil delen. Wil ze laten zien dat deze ‘obsessief-compulsieve stoornis’ een vervelende aandoening is die ervoor zorgt dat we niet meer aan werken toekomen? En ook dat we onze omgeving voorliegen, getuige het telefoongesprekje met zijn vrouw? Maar waarom moet hij haar na afloop dan nog voor ‘trut’ uitmaken? Moeten we dan denken dat hun huwelijk in het slop zit en hij juist daarom alleen aan seks met anderen denkt? Of  is het juist andersom?

Zijn ontboezeming, gedaan in het gesprekje met zijn hamster, dat hij als jongen vreselijke dingen deed met cavia’s, kikkers, honden en andere dieren, is helemaal misplaatst. Daarvan gaat de suggestie uit dat zijn verslaving een soort aangeboren perversiteit is die zich in zijn jonge jaren uitte in zijn beestachtige omgang met dieren. Als dat inderdaad Bergmanns opvatting is dan zou dit thema veel zorgvuldiger uitgewerkt moeten worden.

Opmerkelijk genoeg is Contact, ondanks deze opmerkingen, een fascinerende voorstelling. Schrap de twee hiervoor genoemde scènes en er blijft een indrukwekkende performance over. Dat komt door de enorm krachtige uitstraling van Charles Hens, wiens indrukwekkende charisma ervoor zorgt dat je aandacht, gelijk zijn personages lid, geen moment verslapt. De tenor Hens blijkt ook gewoon een uitstekend danser en acteur te zijn. Door hem geloof je daadwerkelijk dat seksverslaving geen pretje is. Hij maakt de worsteling fysiek geloofwaardig, hoe hij ook poogt eraan te ontkomen.

Het fraaie slotbeeld is wat dat betreft veelzeggend. Terwijl hij op een draaischijf rondjes draait, zien we op een andere tafel zijn laptop hetzelfde doen. Telkens weer kijken we zo naar de gespreide benen van een naakte vrouw. Een perpetuum mobile waaruit geen ontsnappen mogelijk is.

Foto: Egbert Euser