In zijn performance installatiereeks Exhibit B geeft de Zuid-Afrikaanse toneelschrijver en regisseur Brett Bailey een antwoord op de vernederende wijze waarop Afrikanen in het postkoloniale tijdperk werden tentoongesteld. Onderbelichte feiten komen aan het licht, verbanden met het hedendaags racisme zijn er ook. Exhibit B is een buitengewoon confronterende expositie, die de toeschouwer vol schaamte achterlaat.

Honderd tot tweehonderd jaar geleden werden Afrikanen met regelmaat als een bezienswaardigheid tentoongesteld in rondreizende kermissen of rariteitenkabinetten. Dat is minder lang geleden dan we denken. Tot ver in de twintigste eeuw (1974) werden zelfs de schedel, hersenen en genitaliën van de Zuid-Afrikaanse slavin Saartie Baartman (de zwarte Venus) nog geëxposeerd in het Parijse Musée de l’Homme. Begin achttienhonderd was ze het slachtoffer van verschillende exploitanten in Londen en Parijs en ook wetenschappers plukten aan haar. Nadat ze dienst had gedaan als attractie, belandde Saartie in de prostitutie. Baartman is een van de concrete historische figuren die Bailey belicht, net als de Afrikaanse bediende en latere vertrouweling van Franz Josef I uit Oostenrijk, wiens stoffelijk overschot ook nog heel lang werd tentoongesteld. Zij het met wat meer respect.

In Exhibit B worden deze en andere personages vertegenwoordigd door Nederlandse acteurs en performers, Bailey zet ze op een sokkel als in een museum. Voor elke sokkel staat een bordje met titel en achtergrondinformatie. Exhibition B is te zien in een lange hal van Loods 6 aan de Amsterdamse Surinamekade, een toepasselijke plek waar vroeger schepen uitvoeren naar de koloniën. De Nederlandse premièredag is niet voor niets gepland op 16 juni, honderdvijftig jaar na de afschaffing van de slavernij. Vijftien installaties zet Bailey in de lange hal, enkele daarvan zijn gekoppeld aan de Nederlandse geschiedenis, want elke internationale nieuwe stad voegt weer iets toe aan Bailey’s verzameling. Zo zijn er in deze versie van de tentoonstelling referenties naar Zwarte Piet en staat een Marokkaanse symbool voor de positie van de Nederlandse allochtoon.

Elk beeld is zorgvuldig aangekleed, uitgelicht en gedecoreerd. Opgezette dierenkoppen, wereldkaarten, schedels, inventarisatielijsten, kettingen en ook veel crucifixen bepalen de setting, net als specifieke objecten die bij de uiteenlopende verhalen horen. De expositie kent verschillende objects trouvés, net als een heus zingend ‘rariteitenkabinet’, vertegenwoordigd door een Namibisch koor dat een verzameling prachtige traditionele klaagliederen brengt. Slechts hun vier zwarte blinkende hoofden, die boven de sokkel uitsteken, zijn te zien. Lopend van de ene sokkel naar de andere groeit de brok in de keel, maar de gezangen van het koor aan het eind van de rit brengen ook verzachting.

Hoe choquerend en treurig de verhalen en de feiten ook zijn, de living statues zijn allesbehalve slachtoffer. Dit komt doordat de acteurs de toeschouwer zonder een krimp in hun gezicht of lichaam strak in de ogen kijken, een houding die een onverwachte spanning creëert en superioriteit afdwingt. Bailey heeft alles secuur uitgedacht en ook rekening gehouden met de kwetsbaarheid van zijn acteurs. In hun superioriteit schuilt niet alleen een trots, die de vernederingen van het verleden enigszins compenseert, maar ook de hoop op betere tijden, want racisme bestaat nog steeds, ook daar legt Exhibit B de vinger op . Het is voelbaar in de schriftelijke reacties die buiten de expositie op het prikbord hangen. Daar is ook te ontdekken wat de expositie bij het publiek teweeg brengt. ‘Ik schaam me met terugwerkende kracht dat ik dit mocht zien,’ schrijft een bezoekster treffend. Exhibit B is een must-see.

Foto: Ada Nieuwendijk