Openingsbeeld van Club Paradis van Theatergroep Landgenoten: het theater is schaars verlicht door twee looplampen. Een vrouw probeert koortsachtig met de hak van haar pumps een gat te graven in de onbarmhartige grond waarop grafdelver Amezyan in zijn kruiwagen ontwaakt van het geluid van deze vreemdeling uit Holland. Wie is deze levende, een vrouw nog wel, die zich midden in de nacht op zijn begraafplaats hier in Marokko waagt? De plek waar hij zijn dagen slijt met de doden die hij hun laatste rustplaats geeft.

De vrouw, Hayat (Esma Abouzahra), is hier met een doel. Sinds de dag dat haar zoon Karim zichzelf heeft opgeblazen bij een aanslag op het Rijksmuseum in Amsterdam, is haar wereld ingestort. Het bracht haar identiteit tot smalle proporties terug: ze is nu enkel nog de moeder van een terrorist. Naar zijn begrafenis mocht ze niet van haar familie, dus is ze nu hier om te vinden wat er van hem rest en hem alsnog de laatste eer te bewijzen.

Club Paradis vertelt ook het verhaal van Amezyan, die zich samen met zijn enige metgezel, zijn kat Leeuw, moet verweren tegen de roedel honden die afkomt op de geur van bloed. Maar vooral tegen de religieuze fanatici die hem met geweld de strikte islamitische grafregels opleggen. Wat volgt is een bijzondere ontmoeting op deze begraafplaats in de nacht en vroege ochtend, een toenadering tussen twee zielen met elk hun eigen pijn.

De nieuwe Theatergroep Landgenoten is een gezelschap met een missie, opgericht vanuit noodzaak en engagement om een authentieke stem te laten horen in turbulente tijden, aldus de website. Dat maakt nieuwsgierig naar deze eersteling, die grote en superactuele thema’s aanroert: religieus fanatisme, religieus geweld en terrorisme. Maar eerlijk is eerlijk: het roept vooraf ook een beetje bange vermoedens op. Wie grote onderwerpen aanroert in het theater dreigt zich wel eens te vertillen. Zwaarte en pathos liggen op de loer en activisme ook. Welnu, dat is absoluut niet het geval. Regisseur Yahya Gaier en tekstschrijfster Nisrine Mbarki zijn er met verve in geslaagd om die grote thema’s tot de menselijke maat terug te brengen. Club Paradis is een poëtische, aangrijpende en tegelijk lichtvoetige voorstelling.

Het onderwerp is zwaar, maar de toon is licht waar dat kan. Dat is vooral de verdienste van Mbarki, die in haar tekst de klippen van de pathos heeft weten te omzeilen en raakt met humor en milde spot (‘Gaan Hollandse honden naar de kapper?’ ‘Ja, dieren hebben zelfs een politieke partij’). Mbarki legt daarnaast vooral Amezyan (Mohammed Azaay) fijnbesnaarde taal in de mond. Woorden over liefde, leven en dood, zonder dat het tot tegeltjeswijsheid verwordt. ‘Geloof jij?’ ‘Ik geloof in “Leeuw”, in de aarde, in de insecten die doden opeten, in de zon en in de kringloop der dingen.’ Azaay weet daar wel raad mee. Waar Esma Abouzahra pas tegen het einde de diepgang in haar spel weet te bereiken, overtuigt Azaay meteen met zijn vertolking van de grafdelver: zinnelijk, dichterlijk, wijs en met gevoel voor ironie.

Op sommige momenten ligt overdaad op de loer. Als Hayat vertelt over haar huwelijksnacht en de traditionele opvattingen over huwelijk en maagdelijkheid denk je heel even: too much. Maar de scène is zo inventief dat je dit minpunt snel wegstreept. Azaay danst soepel en aanstekelijk op de muziek van Beppe Costa, die dienstbaar aan de voorstelling een fijn muzikaal tapijt heeft geweven. Je waant je te gast op een Marokkaanse bruiloft.

Het einde is gestileerd en doeltreffend vormgegeven in het sobere, maar rake decor van Roos Veenkamp. De symboliek van de boom vol met schoenen valt op zijn plek als Amezyan Hayat naar de laatste rustplaats van haar zoon brengt, waar de rode Vans-schoenen staan. Daarna scheren de makers even langs de rand. Happy end, te zoet? Nee, toch niet. Theatergroep Landgenoten maakt met Club Paradis een onberispelijke landing in het Nederlandse theaterlandschap en is daarin een prettige aanwinst.

Foto: Rene Castelijn