Gaat Karin Bloemen de trapeze in? Na twee edities met de atletische Ellen ten Damme werpt zij haar brede theaterervaring in de piste als leading lady van Cirque Stiletto. Minder wendbaar, maar met een wervelende persoonlijkheid en groot gevoel voor humor. Voor acrobatische toeren moet je niet bij haar zijn. Háár circusact is minder fysiek: zij jongleert met taal.

Dat blijkt al direct bij het openingsnummer als zij Stromae’s Formidable koppelt aan het gelijknamige lied van Charles Aznavour. Frans, Duits, Engels, Spaans, ‘Tirools’ of Afrikaans – zij draait haar hand er niet voor om. De poldervedette waagt zich aan de letterlijk adembenemende Minutenwals van Frédéric Chopin, ruim veertig jaar geleden een succesnummer van Jasperina de Jong. Het sprookje over Roodkapje wordt bij haar een grappig, tongbrekend nummer. Taal is zeg maar echt haar ding.

En niet alleen taal, ook de kostuums van Jan Aarntzen. De ontwerper haalt weer alles uit de kast voor zijn vaste model. Hij komt dit keer niet alleen met overdadige kostuums, in stijl variërend van barok tot dirndl; hij maakte ook een serie hilarische, stripfiguur-achtige pruiken. De strakke pakjes die hij ontwierp voor de Stiletto Dancers, bestaande uit vier hupse jongens, steken daar dan weer wel wat mager bij af.

Maar bij een circustheatervoorstelling als Cirque Stiletto draait het niet alleen om taal, kekke kostuums of dansende jongelingen. Het gaat evenzeer om de circusacts. Nou, die mogen er zijn. Producenten Henk van der Meijden en Monica Strotmann tonen opnieuw hun neus voor opzienbarend circustalent. Uit Canada komt Duo Unity, dat een fijnzinnige en sensuele act brengt rond het cyr wheel. Er is swingende Afrikaanse handacrobatiek en een energieke Tsjechische jongleur. Hoogtepunt is Duo Kvas uit Oekraïne, die met hun parterre-acrobatiek een verbluffend optreden geeft.

Acrobatische toeren komen niet alleen van deze vier circusacts. Karel de Rooij coachte de Wëreldbänd, die alle muziek in de voorstelling verzorgt. De zes mannen schakelen moeiteloos van weemoedige clowns naar flamenco-orkest. Ze tonen hun veelzijdige vakmanschap en stoppen en passant de nodige acrobatiek in hun acts, die daardoor soms wat doen denken aan de Ashton Brothers. Van het eerste optreden na de pauze maken zij, dankzij publieksparticipatie, een even simpel als briljant nummer. Hun tapdansact is hilarisch en toont de virtuositeit van de groep. Samen met Karin Bloemen maken zij de show.

Dat betekent echter niet dat Cirque Stiletto als show een eenheid is. Regisseur/choregraaf Stanley Burleson heeft geen grote lijn of duidelijke opbouw in de voorstelling weten te krijgen. De keus van de liedjes en sketches lijkt nogal lukraak, ze hebben vaak geen raakvlak met circus of aanverwante zaken. De show krijgt daardoor een los-zand-karakter. Bovendien had een kritischer blik ook een aantal flauwe grappen en een bedenkelijk Afrikanummer geschrapt of aangepast. Zo nu en dan slaagt Burleson hier wel in: de organische overgang van de sketch van Bloemen naar de illusionistische act van het Duo Kvas is een sterk moment in de voorstelling en zorgt voor samenhang. Maar veel vaker ontbreken dit soort lijnen.

Daardoor is deze voorstelling vooral een potpourri van losstaande circusacts, sketches en muzieknummers. Ondanks al het toptalent wordt Cirque Stiletto 3 maar zelden magisch. Al zijn de afzonderlijke delen vaak van een hoog niveau.

Foto: Andy Doornhein