Een circusopleiding aan de plaatselijke hogeschool voor de kunsten, de bloeiende jeugdtheaterschool Circus Rotjeknor en een schouwburg die circus ziet als een vanzelfsprekend deel van het jaarprogramma maken van Rotterdam een logische locatie voor het Circusstad Festival. Door de wind werd de opening op het Schouwburgplein geschrapt, maar er blijft de komende dagen genoeg internationaal circus te zien. Weer of geen weer.

Het circuslabyrint is een charmant opmaatje voor verdere circusverkenningen binnen het festival. Artistiek leider Maaike van Langen bedacht het concept. In een tent is een schemerige route uitgezet langs zwartgenopte plastic muren. Na de entree – een miniballet voor benen door gaten in de muur, met af en toe een opduikend hoofd en een grijpende hand – loopt het kleine gezelschap in het schemerdonker door gangetje naar hoekjes en nissen waar iets gebeurt. Halverwege komen de groepen samen bij een artieste die haar kunsten vertoont op, door en aan een hangende hoepel.

De totale voorstelling duurt een half uur, dus voor lange stukken is geen ruimte. Het circuslabyrint heeft veel van een Paradevoorstelling: afwisselend, kort, verrassend en onpretentieus. Sommige stukjes hebben een heel gering soortelijk gewicht, misschien mag je ze eigenlijk geen circus noemen, maar binnen het concept is dat nauwelijks een bezwaar.

Uitgangspunt van de voorstelling is het boek The Night Circus van Erin Morgenstern, waarin een circus plotseling opduikt. Het Nederlands-Belgische gezelschap dat Het circuslabyrint speelt heet Cirque des rêves, zoals het circus in de roman.

Mysterieus in de voorstelling is de act van een acrobate en een kastje. Plotseling laat ze een ijzig glimlachje zien dat deel zou kunnen uitmaken van een overkoepelend verhaal, maar daar komt Het circuslabyrint jammer genoeg niet aan toe. Het is wat het is: een kruip-door-sluip-door-tocht door het halfduister, waarin volop gebruik gemaakt is van de betovering van het onverwachte.