Hard lachend vertelt een vrouw op leeftijd over haar zangcarrière. Plaats van handeling is een talkshow met gezellige bank, barretje en muziekoptredens. Hoe harder ze lacht, hoe rottiger zijn de dingen waarover ze vertelt – een #metoo-spektakel met hoofdrollen voor haar vader, zijn zonen ofwel haar broers en andere managers. Dit is niet de Christine van Stralen die we kennen van Dunya en Desie, Celblok H, Het Paard van Sinterklaas of De Shakespeare Club. Deze Van Stralen is van de partyband Lombardia, met wie ze als jong meisje een fikse hit had: Oppression.

De drie jonge talkshow-hosts doen hun uiterste best het onderste uit de kan te halen: ‘We hebben een fijne, door het leven op de proef gestelde, onmiskenbaar gebutste, maar toch altijd nog intens belangwekkende gast uitgenodigd. En deze gast is ook gekomen, dat hebt u al kunnen ervaren – hier zit ze, nu mens te zijn.’ Op en neer schietend tussen persoonlijke belangstelling, valse nichterigheid, filosofische oneliners en roddelperspsychologie, nemen Anil Jagdewsing, Kevin Klein en Floyd Koster een wonderbaarlijk diepte-interview af.

Opnieuw wordt Van Stralen belaagd en opnieuw weet ze zich te handhaven. Bouwend op de totale verontachtzaming die ze zich vanaf haar vroege jeugd heeft eigen gemaakt (of waarin ze getraind is door haar omgeving), zet Van Stralen ook deze ondermijning geroutineerd om in relativerende grappen en bijt ze bijdehand van zich af. Het is pijnlijk, maar de zaal blijft lachen, aangezien het dramatische kader hen dat voorkauwt. Zo werkt dat.

Schrijver Rob de Graaf en regisseur Roy Peters volgen Vondel en Shakespeare. Het leven een schouwtoneel (‘ieder zijn rol’, maar ook: ‘het zijn maar acteurs’) wordt het leven een praatprogramma-format, met een lach en een traan, een liedje en een dansje. Iedereen kan in de hoofdrol, mits die met huid en haar wil worden opgevroten om de kijkcijfers op pijl te houden. Hilarisch en altijd ook weer verbijsterend, maar niet echt schokkend.

Werkelijk interessant aan Christine van Stralen, de musical is de ingreep die de twee auteurs doen door een radicale montage van grote gevoelens, eigen aan de musical zou je kunnen zeggen, met reflecterende of problematiserende tekstfragmenten en scènes. De acteurs moeten daardoor voortdurend slootje springen tussen uiteenlopende lagen van sensibiliteit en aanwezigheid. Omdat ze bovendien onder hun eigen naam optreden, blijft naast de #metoo-kwestie ook steeds de vraag rondzingen of het spel met schijn en zelfbedrog niet ook gewoon hun privé-werkelijkheid is.

Van Stralen doet dus meer dan een satirische reënactment van iets tussen Adèle Bloemendaal en de Zangeres Zonder Naam. Behalve de vraag hoe het nu eigenlijk zit met de carrière van Van Stralen zelf, roepen de onverhoedse bespiegelingen en commentaren ook de nodige vragen op vanwege de bravoure en het vertoon waarmee meer en minder bekende Nederlanders op televisie, facebook en instagram aan self-marketing doen, hun geluk en goede smaak etaleren, aan hun profiel werken.

Deze hedendaagse, schijnbaar nonchalante, maar uitgekiende vorm van keeping up appearances wordt niet alleen gecontrasteerd met die minder florisante onderlaag van misbruik en verwaarlozing, maar ook met een terugkerende vraag over wat kunst doet en wat entertainment is.

Natuurtalent Van Stralen wilde kunstenaar worden – wat haar niet alleen niet vergund werd vanwege de grijpgrage mannen, die haar onzeker maakten en afhankelijk van hun goedkeuring, maar ook vanwege de maatschappelijke mores die een volksmeisje natuurlijk niet toestaan kritische of artistieke liedjes te zingen. Ook een van de hipster talkshow-hosts heeft een existentiële crisis. Alle emancipatie ten spijt, vindt hij het nog steeds moeilijk om zijn eigen leven te leiden, uit een gebrek aan eigendunk, u raadt het: vanwege maatschappelijke kaders.

Vanwege het spoiler effect moet de lezer nu maar van mij aannemen dat in deze semi-musical gebruikelijke vormen van seksisme en racisme een bijzonder subtiele relatie aangaan met het verlangen om in de oorspronkelijkheid van kunst dan wel de natuur een uitweg te vinden voor de verderfelijkheid van maatschappelijke conventies en de zich alsmaar herhalende blindheid, die ermee gepaard gaat. Het is een gevaarlijke cocktail, die in kleine glaasjes vakkundig wordt opgediend.

Met Berio’s Sequenza III en The Common Linnets’ Calm after the Storm onder de arm – hoge kunst en entertainment – lijken Peters en De Graaf tegen het einde van Christine van Stralen, de musical het publiek te willen doordringen van de gedachte dat het ‘m niet zit in kunst óf entertainment, maar in het maken van eigen keuzes.

Als voor sommige mensen opstaan en naar bed gaan met Eva, Mathijs, Jeroen, Beau, Jort, Loretta, Humberto, Daphne en Martine al een gewoonte is geworden, dan draait dit diepte-interview de zaken een beetje om. In Christine van Stralen, de musical wordt de smartlap gebruikt om de smartlap te ondermijnen, de kunst van het toneelspelen om de kunst van het toneelspelen te ondermijnen, het feest der herkenning open te breken naar iets voorbij die specifieke vorm van hedendaagse schone schijn.

Dat de clichés, op wandbordjes en in flauwe grappen, je hierbij om de oren vliegen is buitengewoon noodzakelijk. Een hele klus voor de acteurs, die je bij de première soms nog zag zoeken naar de juiste toon of golflengte voor ieder deeltje in de montage. Maar het volgehouden gebrek aan ironie is heel effectief, bij tijd en wijle dodelijk, en soms zelfs ontroerend.

Foto: Sanne Peper