Midden op het podium speelt de band van Jan Rot op een verhoging de hits van de rocklegende. Links daarvan staat zijn doodskist op het toneel. Rechts de versleten bank van het huis waar hij nu eens wel en dan weer niet woont met zijn vrouw en hun dochtertje. We zijn op bezoek bij Chez Brood en daar is het goed toeven.

Als Herman Brood nog had geleefd zou hij dit jaar zeventig zijn geworden. Vijftien jaar na zijn sprong van het Hilton Hotel, waarmee de voorstelling begint, schreef zijn vriend Bart Chabot een aangrijpend theaterportret.

Hoofdrolspeler Stefan Rokebrand lijkt een jongere broer van Brood. Het komt niet alleen door de motoriek, maniertjes, zwarte haardos en herkenbare manier van zingen, de acteur kruipt écht in zijn huid. Soms lijken de alcoholdampen van hem af te slaan en je twijfelt er niet aan dat er overal gaatjes in zijn armen zitten van de injectienaalden. Maar we zien Brood ook als een enorm verlegen, sociaal onhandige en neurotische man die volstrekt in zijn eigen wereld leeft en toch heel erg grappig en ontwapenend is.

Weduwe Xandra, die betrokken was bij het maakproces van Chez Brood, zat tijdens de première met haar dochters Lola en Holly in de zaal, wat de voorstelling een extra emotionele laag geeft. Anne Lamsvelt speelt haar als een energieke rockchick die zingt in zijn band en als een blok voor hem valt. Als ze trouwen lijkt het één grote grap, maar de liefde is echt. Ze blijft ruimdenkend over zijn escapades, totdat ze de gebruikte condooms in haar eigen bed vindt en geen geld meer heeft voor de boodschappen. Ze groeit in haar rol en maakt een geloofwaardige ontwikkeling door. Brood noemt haar ‘een tank’ omdat ze zo sterk en stoer is, maar ze wordt steeds wanhopiger van zijn gedrag. Als ze er eindelijk in berust dat hij nooit zal veranderen, is hij er zo slecht aan toe dat hij alleen nog twijfelt tussen het dak van het Hilton of het Okura om vanaf te springen.

Tegen deze tragische achtergrond schetst regisseur Victor Löw zijn schilderachtige kunstenaarsleven, met welbespraakte vrienden als Bart Chabot en Jules Deelder. Owen Schumacher als Chabot met zijn zwarte bril en Tibor Lukács als Deelder met zijn strak achterover gekamde haar en strakke pak spelen zó levensecht dat je in de war raakt. De echte Bart Chabot, die in de pauze zijn drankje bestelt, ziet er nauwelijks anders uit dan zijn evenbeeld op het toneel. De band, op toetsen, drums en gitaren, speelt swingende nummers van Cuby + Blizzards, waarin Brood meespeelde, Nederlandstalig werk en natuurlijk de hits van zijn eigen formatie Herman Brood & His Wild Romance. Tussendoor zien we hoe Brood, na zijn vaste doses drank en amfetamine, snel zijn schetsen en schilderijen verkoopt om daarna nog even langs Huize Ria te gaan ‘voor twee dames met zwepen’.

Dit alles gaat in een lekker vlot tempo, met personages uit zijn leven die op en af gaan, snelle verkleedpartijen op het toneel, stevige muziek, projecties van schilderijen op de achterwand en de herkenbare dialogen van Chabot. De voorstelling is zoals zijn leven was.

Foto: Raymond van Olphen