Omdat Floris van Delft pubers wil voorbereiden op de wereld waarin ze terechtkomen heeft hij bij Maas een voorstelling over geld gemaakt, vanuit veel invalshoeken. Hij spiegelt zich in Cash (12+) aan het tempo van film en combineert veel elementen in een snelle montage.

Met spannende muziek en een decor als een bouwtekening vol details zit het publiek meteen in de sfeer van de inbraakfilm. Sinan Eroglu springt op en roept dat iedereen moet gaan liggen, en dat de baas van de bank hem onmiddellijk een serieuze baan moet aanbieden. Hij wil voor zijn arbeid een kleine acht ton ontvangen. Niet per jaar, maar voor de rest van zijn leven, want hij heeft nauwkeurig uitgerekend dat hij dat waard is.

Het is een voorbeeld van nadenken over geld en de waarde van diensten en dingen. Acteur Dennis Rudge legt een briefje van vijftig euro verleidelijk klaar voor een potje steen/papier/schaar voor geld. Als de dame op de eerste rij wint, blijkt de achterkant blanco. Essentieel is vertrouwen. Je moet ervan uit kunnen gaan dat de bank het geld dat je haar hebt toevertrouwd netjes bewaart, dat je een papieren briefje waar 10 euro op is gedrukt ook kunt inwisselen voor een tegenwaarde van 10 euro. Het zijn allemaal afspraken.

Het lukte regisseur en tekstschrijver Floris van Delft eerder om grote onderwerpen inzichtelijk te maken: de staat en zijn instituties in Dat staat en de rechtspraak in Rechter kan niet (titels lijken inderdaad niet zijn sterkte punt). Geld is ook zo’n groot en belangrijk, maar geen sexy onderwerp. Daarom vlecht Van Delft (hij schreef het stuk samen met Wolter Muller) ook een heist film en een love story door Cash heen. In een heist film gaat het om het nauwgezet plannen en uitvoeren van een grote, ingewikkelde kraak. The Thomas Crown Affair en Ocean’s Eleven zijn karakteristieke voorbeelden.

In een interview zei Floris van Delft over zijn aanpak: ‘Theater is veel te langzaam geworden in de afgelopen decennia. Als je ziet hoe snel personages in films en series worden geïntroduceerd en hoe snel dat wordt opgepikt. Wij mensen kunnen dat! Theater verandert mee, maar film en tv veranderen veel sneller.’

Dat is waar, maar wat meer vertrouwen in het medium kan geen kwaad. Theater moet film niet achternahollen, het is ook essentieel anders. Snel en vaak van locatie, kleding en decor wisselen is lastig, net zoals veel uiteenlopende acteurs inzetten. Inventief spelen met camerastandpunten zit er niet in. Daar staat de grote winst van de driedimensionale live interactie tegenover. Van Delft benut die doordat hij zijn acteurs met het publiek in gesprek laat gaan. Nastaran Razawi Khorasani is daar goed in, met haar of-of-vragen.

Het gesprek tussen acteurs en publiek vermengt zich met de kraakfictie. De personages worden bij hun eigen voornamen genoemd. Sinan is het brein achter de bankroof, Dennis de old school-bankrover, Nastaran de mol binnen het bedrijf en Rutger (Tummers, die als stagiair een goede bijdrage levert) de nerd die de digitale ondersteuning verzorgt. Er bloeit een liefde op tussen Sinan en Nastaran, maar het onderlinge wantrouwen groeit harder. Dat is de parallel met de monetaire wereld: als je elkaar niet meer vertrouwen kan, zijn afspraken niks meer waard.

Van Delft is niet de eerste die met experimenteert met een scènisch opgebouwd toneelstuk. Die vorm leidt niet vaak tot een bevredigend resultaat, maar dankzij zijn script en de energie en de flexibiliteit van de acteurs blijft Cash aardig overeind. Het dollen met elkaar en de inbraakplannen blijven je meer bij dan het uitgangspunt: jonge mensen kennis bijbrengen over de wereld van het geld. Dat komt niet verder dan aanzetjes. Daarvoor is de begeleiding van een goede economieleraar nog hard nodig.

Foto: Phile Deprez