Op het meest oostelijke puntje van theaterfestival Oerol heeft Toneelgroep Oostpool de perfecte locatie voor haar nieuwe voorstelling Buzz Aldrin, waar ben je gebleven gevonden. Met een hoofdtelefoon op en een dekentje om de koude benen kijkt het publiek uit op een desolate vlakte van gras en wad, uitmondend in de Waddenzee. Rechts staat een grote boerderij, links een open truck met muzikanten. Grote groepen vogels scheren sierlijk voorbij en de wind heeft er vrij spel. De wereld lijkt er op te houden: It’s the end of the world as we know it, and I feel fine.

Mattias (Roland Haufe) is tuinman, terwijl hij eigenlijk een van de beste zangers ter wereld is. Maar zingen doet hij niet meer, dat levert veel te veel aandacht op. Mattias wordt namelijk liever tweede dan eerste. Niet dat hij niet belangrijk wil zijn, maar de voorgrond is aan hem niet besteed. Hij is geboren in 1969, in de nacht van de eerste maanlanding, precies op het moment dat Buzz Aldrin als tweede man zijn voet op de maan zet. De belangrijke maar onbekende Aldrin wordt Mattias’ idool.

Joeri Vos, sinds 2013 een van de vaste regisseurs bij Oostpool, bewerkte en regisseerde de gelijknamige roman van de Noor Johan Harstad, samen met componist Bastiaan Woltjer die hiervoor een geniale soundtrack componeerde. Met muzikanten Sjoerd van Roij en Raphael Vanoli mixt Woltjer samples van Michael Jackson en REM met The Cranberries en Starwars. Ze zijn meesters in het creëren van sfeerimpressies met hun Scandinavische klanken, snoeiharde feestmuziek of ingetogen liedjes. Ook de acteurs zingen en spelen mee, waarbij vooral actrice Jacobien Elffers opvalt met adembenemend mooie nummers, geïnspireerd op de IJslandse musici Björk en Sigur Rós.

Tijdens een vakantie op de Faeröer, een eilandengroep tussen IJsland en Noorwegen, wordt Mattias gedumpt door zijn vriendin Helle (Delilah van Eyck), net nadat hij haar ten huwelijk heeft gevraagd. Lamgeslagen blijft hij achter op de ruige, verlaten vlakte van de Faeröer. Terwijl hij uit zijn oude leven probeert te verdwijnen bouwt hij hier ongemerkt een nieuw leven op. Ook hier blijft hij liever de onopvallende tweede, maar dat lukt hem toch steeds maar niet. Vos laat de vraag waarom Mattias onopgemerkt wil blijven onbeantwoord. Durft hij geen eerste te zijn? Is het bescheidenheid? Of is hij zich juist hyperbewust van de vergankelijkheid van het leven en kiest hij er daarom voor een bijrol in zijn eigen leven te spelen?

Het verhaal wordt verteld met behulp van flashbacks, de ene keer met hilarische over-de-top verkleedpartijen, de andere keer met breekbare, verstilde monologen over Mattias’ – bijzondere – visie op de dingen. De fragmenten lopen soepel in elkaar over. Pas in het laatste deel van de voorstelling wordt het geheel iets te wijdlopig en had Vos scherpere keuzes in de boekfragmenten kunnen maken. Het stuk eindigt met een lange monoloog van Carl, een Amerikaan die vertelt over de gruwelen tijdens de oorlog in Srebrenica. Het is een aangrijpende en relevante monoloog, maar duurt te lang en voelt een beetje als mosterd na de maaltijd. Daarbij zijn de acteurs op hetzelfde moment bezig met het voorbereiden van een afscheidskadootje aan het publiek, wat enigszins afleidt.

Met sterk spel van alle castleden (ook Phi Nguyen in verschillende rollen en Suzan Boogaerdt als norse man mogen zeker worden vermeld), uitmuntende muziek en een perfecte symbiose tussen tekst en locatie zou Buzz Aldrin wel eens een van de festivalhits van Oerol 2014 kunnen worden. Het is de fietstocht meer dan waard.

Foto: Sanne Peper