Er is geen theatermaker in Nederland en België die zo de ziel van de Verenigde Staten – en met name Hollywood – heeft doorploegd als Stef Lernous. In deze nieuwe onderdompeling in Americana staat het werk en leven van auteur Charles Bukowski centraal: diens fascinatie voor het abjecte en het marginale maakt hem de ideale hoofdfiguur voor een Abattoir Fermé-voorstelling.

In een verloederd motel (is there any other kind?) wonen drinkebroers Dominique en Tom (Dominique Van Malder en Tom Vermeir) in twee kamers naast elkaar. De eerste heeft de ander onderdak geboden nadat hij door zijn grote liefde aan de kant werd gezet vanwege een scheve schaats. Ze brengen hun dagen door met schrijven, ouwehoeren over seks en drinken, drinken en nog eens drinken.

En dat is eigenlijk de hele voorstelling. De reden dat het materiaal bijna twee-en-een-half uur boeiend blijft is dan ook te danken aan de sterke tekst van regisseur Stef Lernous en de fenomenale acteerprestaties van Van Malder en Vermeir. Lernous is altijd al een meester geweest in het ten tonele brengen van een soort sublieme abjectheid en hij heeft in zijn twee hoofdrolspelers de ideale medeplichtigen gevonden: terwijl ze onbegrijpelijke hoeveelheden drank achterover kappen wentelen de acteurs zich steeds schaamtelozer in de marginaliteit.

Vooral Van Malder speelt de rol van zijn leven. Met zijn performance verheft hij dronkenschap tot kunst: het is onnavolgbaar hoe hij zo overtuigend kacheltje lam wordt op scène en toch zijn komische timing en improvisatievermogen behoudt. Van Malder weet de bravoure, zelfdestructiviteit en zelfmedelijden van de alcoholicus precies op te roepen, en steeds als je denkt dat het echt niet erger kan, bereikt hij nog lagere dieptes. Het levert fantastisch trainwreck-theater op: zo vuig, treurig en banaal en tegelijkertijd zo geestig dat je met pijn in je buik naar hem blijft kijken.

Helaas kan Lernous minder goed uit de voeten met de vrouwelijke aanwezigheid in zijn voorstelling. De seksistische verhalen van zijn hoofdpersonages zijn het probleem niet omdat dat zo duidelijk treurige opschepperijtjes zijn. Als Lernous echter zelf een vrouw ten tonele voert doet hij dat ook in stereotype vorm: de opportunistische actrice die door Sung-im Her wordt neergezet ontsnapt vanwege de cartooneske spelregie en haar beperkte aanwezigheid op scène niet aan problematische clichés. Daardoor krijgt het stuk het misogyne randje dat bij het werk van Bukowski zelf ook regelmatig op de loer ligt – wel trouw aan de auteur, maar daarmee niet minder verwerpelijk.

Daarnaast telt Buko net een scène of twee te veel. Nadat Dominique door Tom is verlaten en het dieptepunt van zijn reis naar de ondergang meemaakt volgt er nog een scène waarbij de vrienden op vrij arbitraire wijze worden herenigd en de draad weer oppikken. Er zit zeker een bepaalde tragiek in deze elliptische vorm, maar toch sluit het stuk daarmee net wat lichtvoetiger dan het materiaal had verdiend.

Desondanks blijft het bacchanaal van Buko een fenomenale, deprimerende en misselijkmakende onderdompeling in alcoholisme en marginaliteit. De manier waarop regisseur en acteurs het pijnlijke en het geestige bij elkaar weten te brengen maakt de voorstelling een sterke toevoeging aan het oeuvre van Abattoir Fermé.

Foto: Sofie Jaspers