Twee jaar geleden kreeg schrijver en theatermaker Thomas Janssens zijn eerste kind, een zoon. Geïnspireerd op de Amerikaanse schrijfster Maya Angelou, die in 2010 het boek Brief aan mijn dochter publiceerde, begon hij zijn zoon te schrijven. Hij begon aan een brief die zijn zoon pas mag lezen als hij volwassen is. Bovendien vroeg hij de toeschouwers van alle theaters waar deze voorstelling zou gaan spelen zelf ook een brief te schrijven. De voorstelling in De Brakke Grond bevat dus, behalve de tekst van Janssens zelf, tal van fragmenten uit brieven van Amsterdammers.

Beste,
Zou jij een brief voor ons willen schrijven? Voor onze theatervoorstelling ‘Brief aan mijn kind’ verzamelen we brieven aan kinderen. Brieven die pas gelezen mogen worden als de kinderen op hun eigen benen moeten gaan staan.

Driehonderdvijftig brieven leverde deze oproep op, die de makers een jaar geleden deden. Alledaagse bespiegelingen en uiteenlopende beschrijvingen van ontmoetingen, situaties of gebeurtenissen, gericht aan al dan niet fictieve kinderen. Ze zochten ook mensen op die niet vanzelfsprekend naar de theaters komen, gingen naar asielzoekerscentra, gevangenissen en psychiatrische inrichtingen.

Het publiek neemt plaats op een lange, kronkelende houten bank op de speelvloer. Boven onze hoofden hangen, tussen het gedempte licht van gloeilampjes, tientallen brieven aan klemmetjes aan een draad. Jorre Vandenbussche – die samen met Janssens het collectief Maelstrom vormt – wandelt tussen de toeschouwers en de brieven door. De brief die Janssens schreef (en voordraagt) – die de rode lijn van de voorstelling vormt – wordt afgewisseld met fragmenten van de ingezonden brieven, voorgelezen door Vandenbussche. Elke avond komen andere brieven voorbij.

Janssens begint zijn brief met een verontschuldiging voor de wereld waarin hij zijn zoon heeft gezet. Vervolgens verweeft hij meer algemene bespiegelingen over het verstrijken van de tijd, met liefdevolle en zorgzame observaties en gedachtegangen. Zijn taal is prachtig poëtisch, hij verknoopt gedetailleerde observaties uit zijn alledaagse leven met een knappe vanzelfsprekendheid met grotere verhalen en metaforen. Bovendien heeft hij een heldere, fijne voordracht.

Dat laatste geldt ook voor Vandenbussche, maar de vorm van de voorstelling heeft als bijvangst dat niet alle fragmenten even sterk geformuleerd of interessant zijn. Een aantal wel: we horen bijvoorbeeld een ontroerend verhaal van een moeder waarvan haar vijftienjarige zoon recent is overleden; een verhaal dat door de moeder bewonderenswaardig krachtig is opgetekend. Maar er zitten ook onbeduidende fragmenten tussen, en veel clichématigheden. Die zijn de goedbedoelende schrijvers natuurlijk niet te verwijten, maar ze staan vaak in schril contrast met de sterke brief van Janssens.

Behalve een uiting van zorgen over de (toekomst van de) wereld, is Brief aan mijn kind ook een expliciete uitnodiging tot avontuur, een oproep tot het verlaten van de gebaande paden. Ithaka is het einddoel, dat is prima om in je achterhoofd te houden, maar zorg dat je er pas komt als je oud bent. Ga eerst op zoek naar tegenwind. Het is tegelijk een persoonlijk kleinood van een jonge vader, en een bundeling levenslessen. Literair, poëtisch, wijs, af en toe (gelukkig) ook plat, soms wat al te sentimenteel, maar bovenal een warm pleidooi voor de liefde.

Foto: Maelstroom