Als theaterbezoeker kijk je eigenlijk altijd recht vooruit, of naar beneden. Want datgene waar het om draait, de acteurs, staan nou eenmaal op het podium en het publiek kijkt daarop neer. Theatermaker David Weber-Krebs neemt deze algemene praktijk echter niet voor vanzelfsprekend aan. In het eerste deel van zijn voorstelling Into the big world kijkt de toeschouwer omhoog.

Wat daarboven te zien is, laat zich het best omschrijven als een sterrenhemel van theaterlicht. Zwak, uiterst zwak of juist iets sterker gaan de toneellampen aan en uit. Het is uiterst subtiel vormgegeven. Met een minimale soundscape van geritsel en ploink-geluidjes zie je in de pikdonkere theaterzaal zelfs het kleinste gloeidraadje oplichten. Het is een bijzonder meditatieve en ontspannende ervaring om zo’n lange tijd naar een schijnbaar eenvoudig lichtspel te mogen kijken.

Dan neemt het licht in sterkte toe en zie je op de toneelvloer twee vrouwen zitten, een jongere en een oudere. Zachtjes beginnen ze te praten: ‘We are surrounded by plants…’ Ze omschrijven een plek in de natuur vol planten, vlinders, beestjes, struiken, bloemen en vooral heel veel paddestoelen. Eerst omschrijven ze de paddestoelen nog op bloemrijke wijze, maar allengs wordt het een opsomming van namen. Met hun handen geven ze een lichte illustratie van de vorm van de paddestoelen, ‘the deepest cover of the earth’.

Hierna gaan ze over op het opsommen van planten, en vervolgens op soorten fruit. Het is inventief en grappig te zien hoe speelster Katja Dreyer met haar handen het gewicht en de omvang van het diverse fruit aangeeft, vooral als ze verschillende soorten bessen opnoemt en daarbij steeds de grootte met duim en wijsvinger aangeeft.

De meer dierlijk bewegende Noha Ramadan geeft met haar handen op bijna erotische wijze vorm aan verschillende soorten magnolia’s. Zo gaat de voorstelling door en door met het opnoemen van de meest uiteenlopende soorten planten en dieren, gerangschikt volgens diverse systemen. Weber-Krebs wil onderzoeken hoe ons huidige wereldbeeld sinds de zeventiende eeuw is bepaald door onze drang om alles op encyclopedische wijze in te delen. Niet langer is de wereld een onoverzichtelijke brij, we hebben hem keurig ingedeeld in categorieën.

Dat Weber-Krebs uiteindelijk tot een nogal voor de hand liggend einde komt, was vooraf bijna wel te verwachten. Into the big world moet het dan ook vooral hebben van de stille, ontroerende momenten waarop de grootsheid van de wereld en het universum voelbaar wordt. Zoals kinderen die in het gras liggen en voelen dat de wereld grootser is dan ze ooit kunnen bevatten. Weber-Krebs heeft nu in zijn voorstelling een paar van dit soort momenten gecreëerd. Into the big world is daardoor op een paar momenten prachtig breekbaar en overweldigend geworden.

Foto: Thibault Gregoire