Grasduinen in de wereldliteratuur, daar is De Kift goed in. Beter goed gejat dan slecht zelf bedacht, immers. En zelf teksten schrijven, daar zijn ze nou eenmaal niet zo goed in. Vinden ze. Dus ging het theatermuziekgezelschap dat de DIY-mentaliteit zo hoog in het vaandel heeft ook voor hun nieuwste productie Bidonville weer op zoek naar tekstmateriaal.

De context lag vast: Bidonville speelt zich af op een vuilnisbelt. En wat voor een! Allemachtig, wat heeft decorontwerper Alexander van Zanten uitgepakt. Metershoog ligt de troep opgetast. Van allerlei voormalige huishoudelijke apparaten (waar vreemd genoeg plots rook uit kan ontsnappen) tot stapels matrassen en veel, heel veel ondefinieerbare rotzooi.

Op deze van god verlaten plek hebben een handjevol drop-outs hun nieuwe thuis gevonden. Allemaal hebben ze een reden gehad om de burgermaatschappij hun rug toe te keren. En hoewel ik ze niet kan herleiden tot bestaande, al dan niet fictieve, personages mag je dus veronderstellen dat De Kift ze heeft ontleend aan roman- of filmfiguren. De naam Bavink, ja, die ken ik. Dat is de schilder uit Nescio’s Titaantjes die zijn meesterwerk aan stukken snijdt.

Het gevaar van deze aanpak is dat je een verzameling losse teksten krijgt die inhoudelijk weinig met elkaar te maken hebben. Ze zijn naast elkaar gezet om geen andere reden dan dat het mooie, scherpe, komische of ontroerende teksten zijn. Het is dan aan de regie om er een soort samenhang in aan te brengen en juist dat nu gebeurt in Bidonville niet. Er is amper onderling contact. Dat zou je nog kunnen verdedigen door te zeggen dat het nu eenmaal allemaal individualisten zijn, maar dat lijkt me te mager. Jaren samen op één plek, dan kun je niet volledig om elkaar heen. Maar deze mensen existeren puur naast elkaar, niet met elkaar.

Als muziektheatervoorstelling faalt Bidonville dan ook. Het is een collage van monologen, niet noodzakelijkerwijs allemaal even overtuigend gebracht. De Kift-leden zijn toch eerder muzikanten dan acteurs. Dat valt extra op nu er wordt samengewerkt met iemand die wel van acteren zijn vak gemaakt heeft: Sanne den Hartogh. Zodra Den Hartogh aan het woord komt spits je je oren en schuif je iets naar voren op je houten bankje. Hij speelt de rol van Ralphie, een scharrelaar met veel branie die ooit naar de vuilnisbelt kwam ‘om te ontsnappen uit de kijker van de burgerlul’ en er nu al vijf jaar woont. Want wat wil je: de krachtstroom is er gratis en soms is er zelf ‘lopend water’. En van afval valt altijd wel geld te maken.

Zie je Bidonville echter niet als muziektheater maar als theatraal concert dan zit je goed. De muziek van de voorstelling is weer helemaal De Kift. De fraaie meeslepende ballads naast de door hoempa-muziek geïnspireerde liedjes. En met de teksten van die liedjes zit het sowieso wel goed. Die zijn ontleend aan de wereldliteratuur, immers.

Foto: Cutting Edge/Harold Hulskers