Soms ben je compleet sprakeloos na een voorstelling. Dan zijn nauwelijks woorden te vinden voor wat in een voorstelling is vertoond, is gebeurd, is teweeggebracht. Dan slaat het ineens helemaal nergens op dat je een analyse en een oordeel moet vangen in sterren. Het immens fysieke en mentale ‘lawaai’ in Bekdichtzitstil, de nieuwste voorstelling van Theater Artemis, doet woorden verstommen.

Drie kinderen. De een is druk en wild, de ander gewelddadig en de derde laagbegaafd. Ze zitten in groep 6F, in de klas met het meeste aantal stoornissen op een normale school. Ze slikken pillen. Om kalm te worden. Om beter te kunnen presteren. Om de volwassenen blij te maken. Ze worden ‘gepaald’ op het schoolplein. Ze schreeuwen. Soms met geluid, soms in stilte. Ze stampen. Ze rennen voor hun leven. Ze bonken met hun hoofd tegen lantarenpalen. Ze schoppen keihard achter elkaar voetballen door de ruimte. Ze bewegen ongewoon. Strijken met de rug van hun hand constant in hun oog. Praten altijd te hard. Of te veel. Hebben hun tong uit hun mond. Kijken met opengesperde ogen. Het zijn ‘gevallen’, maar wat zijn ze menselijk, sterk en aandoenlijk.

Jan Sobrie, Berdine Nusselder en Sophie Warnant spelen deze ‘onhandelbare’ kinderen met een ongelooflijke overtuiging. Ze krijgen alle drie iets voor elkaar wat zelden voorkomt: ze slagen erin om de toeschouwer recht in het hart te laten kijken van hun personage. Achter het onaangepaste gedrag gaan schrijnende geschiedenissen en alles verterende onmacht schuil.

De tekst die de Vlaming Raven Ruëll in samenwerking met Jan Sobrie schreef, is persoonlijk, bondig en aangrijpend. Ruëls regie pakt de hardheid, het inventieve, het weerbarstige en het diepgewortelde minderwaardigheidsgevoel van al die kinderen die tegenwoordig om kleine en grote redenen geëtiketteerd worden als ‘anders dan de rest’. Hij laat het hele circus van begrijpende therapeuten, slinkse farmaceuten, zenuwachtige schooldirecteuren en radeloze ouders de revue passeren en slaagt erin een veel besproken onderwerp, waaromtrent vele professionele meningen strijden om gelijk, te comprimeren tot zijn emotionele essentie.

Hoe gek, hoe anders en hoe onaangepast je ook bent, overleven doe je met een rotsvast vertrouwen in wie je zelf bent – ook al is er maar één die je daarin bevestigt. Maar bovenal heeft Ruëll de onvoorwaardelijke vriendschap tussen drie uitzonderlijke kinderen weten te vangen. Een vriendschap die compleet boven iedere ‘normale’ vriendschap uitstijgt. Een vriendschap van zo’n indringende, hoopvolle verbondenheid dat de tranen niet zijn binnen te houden.

Foto: Kurt van der Elst