De nieuwe voorstelling van theatergroep Bambie laat zich misschien het beste omschrijven als een levensgrote poppenkast waarin dictator na dictator, machthebber na machthebber en wereldleider na wereldleider elkaar van het toneel knuppelen. Bambie F-16: een achtervolgingsballet voor wereldleiders is een aaneenschakeling van grappige, beeldende scènes. Met af en toe een zwart randje.

De vier spelers (Jochem Stavenuiter, Paul van der Laan, Martin Hofstra en Thijs Bloothoofd) verschijnen als verschillende wereldleiders in een decor van bordessen. Met hun rug naar het publiek zwaaien ze naar een fictieve uitzinnige menigte. Het publiek ziet de achterkant van de macht. Een achterkant waarin de wereldleiders elkaar wurgen, naar beneden duwen of simpelweg neerknallen. Maar waar ook in een slapstickachtige parade gevangenen met een juten zak over hun hoofd in een gat vallen. Waar megafoons steeds harder ruisen en kraken tot het oorverdovend is. Waar een dictator zelf revolutionaire leuzen inspreekt in de megafoons en die aan anderen in handen geeft om ze vervolgens een voor een dood te schieten.

Bambie weet met geestige precisie het mechanisme van corrupte machtswisselingen in beeld te brengen. Toch blijven de scènes variaties op eenzelfde thema. Dat maakt de voorstelling zelf tot net zo’n carrousel als het mechanisme dat de vier mimespelers met veel expressie en weinig woorden laten zien. Zo af en toe bekruipt je het gevoel dat je naar iets zit te kijken dat je al hebt gezien.  Daardoor blijven de zwarte randjes vooral speldenprikjes.