Het is een meestal misbruikte term: ballerina. Te pas en nog vaker te onpas worden balletdanseressen zo aangeduid, terwijl het een eretitel is: een ballerina is een uitzonderlijke danseres, één met extra’s op technisch en stilistisch gebied, én met een eigen toneelpersoonlijkheid die zich vertaalt naar bijzondere rolinterpretaties. Het Nationale Ballet zet ballerina’s in een mooi programma. De vraag of de term zonder uitzondering op de betreffende danseressen van toepassing is wordt hier buiten beschouwing gelaten.

Over Larissa Lezhnina hoeft geen twijfel te bestaan: zij is zonder meer een ballerina pur sang en bij haar afscheid bewijst ze dat eens te meer. Door de keuzes die zij maakt en door de uitvoering die zij aan die keuzes geeft. In de paleisscène van Petipa’s Raymonda (een première voor HNB) laat zij zien hoe de authentieke Russische balletstijl eruit hoort te zien: edel, zacht en tot in de kleinste details verzorgd. Een attitude hoort, wil het een elegante ‘houding’ zijn, op die bepaalde hoogte gehouden te worden, met die buiging van de knie. Een simpele port de bras is nog niet af als de lijn zacht en rond is, de hoek met hoofd, schouder en romp precies geplaatst, maar de beweging van die arm moet daarbij in een vloeiend legato dóórgaan, tot in het laatste kootje van de pink, en eigenlijk nog verder. Enzovoort en zo verder: het resultaat van jaren en jaren schaven en polijsten, met respect voor de etiquette van de aristocratische ballettraditie: geen ostentatief vertoon, maar een toonbeeld van verfijnde beheersing. Voor Lezhnina heeft die stijl geen geheimen meer.

Bijzonder is dat zij de definitieve punt achter haar ballerinacarrière zet (zij komt nog wel terug als stiefmoeder in Christopher Wheeldons Cinderella; een karakterrol) op de slappe schoen, in The old man and me van Hans van Manen. Daarin demonstreert zij, met Alexander Zhembrovsky als tegenspeler, haar talent als comédienne in de rol die ooit voor Sabine Kupferberg van NDT III werd gecreëerd. Dat zij over dat talent beschikt liet zij al eerder zien in een werk van Van Manen. In Black cake toonde zij met aanstekelijk plezier dat zij, als rechtgeaarde Russische, niet onbekend is met de effecten van alcohol. The old man and me is een prachtig slotakkoord, met als laatste beeld een leeg toneel, symbool voor haar afscheid. Dat tot weemoed stemt: twintig jaar danste Lezhnina bij HNB, en wat is er in die tijd allemaal gepasseerd!

Een van die gebeurtenissen was het overlijden van Rudi van Dantzig, onder wiens leiding HNB in de jaren zeventig en tachtig tot volle bloei en internationale bekendheid kwam. De balkonscène uit zijn Romeo en Julia wordt met volle overtuiging en gloedvolle emotie gedanst door Igone de Jongh en Casey Herd, maar zo losgezongen uit het geheel komt het duet niet echt uit de verf. Door de relatief beperkte choreografie (veel heen en weder, omhelzingen en hoge arabesken) wreekt zich het ontbreken van een dramatische context.

Dat is anders bij het wervelende duet uit Manon van Sir Kenneth MacMillan, uitgekozen door Jurgita Dronina. Ademloos, gepassioneerd en in een rijke choreografie vol afwisseling en vondsten in passencombinaties en lifts beleven Dronina en Isaac Hernandez hun stormachtige liefde. Dronina, die als Julia verraste met een hevig emotionele uitvoering, geeft zich ook in deze rol voluit, en ze geniet zichtbaar, als Manon, als danseres.

Ook meeslepend, maar subtieler en zacht als balsem is Duet van Christopher Wheeldon. Anna Tsygankova selecteerde dit werk en haar liefdesverklaring aan Wheeldon, in een van de filmpjes die elk programma-onderdeel inleiden, doet ze met haar optreden volledig recht. Elke beweging vloeit en glijdt organisch over in de volgende, er is als het ware geen speld tussen te krijgen. Tsygankova imponeert als aardse, volwassen ballerina, sterk en muzikaal, maar ook lyrisch en sensitief.

De rijkdom van de klassieke dans wordt in de Grand Pas uit Paquita gevierd, met een gloriërende Tsygankova in de centrale ballerinarol, haarscherp en krachtig. Maar hier eist ook een man de aandacht op. De Koreaan Young Gyu Choi, ballerino in spe, kiest als een soepele springveer het luchtruim, landt zacht en geplaatst, beschikt over prachtige lijnen en een verzorgde techniek – op weg naar de top.

Nog een opvallende man: Remi Wörtmeyer. Hij danst de mannelijke rol in Tsjaikovsky Pas de Deux met zoveel brille en plezier dat je bijna zou vergeten dat het in dit programma eigenlijk om de dames gaat. Gelukkig heeft Maia Makhateli een goed weerwoord: ook haar variaties zijn pittig en scherp, en eindelijk zien we weer eens iets wat op een duík lijkt in de apotheose van dit galanummer.

Om wie het in Replay van Ted Brandsen gaat mag ieder voor zich bepalen. Om de uitstekende Igone de Jongh, haar mooi lange, attente partner Vito Mazzeo of uiteindelijk toch om Hans van Manen? In elk geval lijkt het of Brandsen met deze copy-paste-creatie eerder een eerbetoon aan zijn belangrijkste leermeester wil brengen dan aan degene om wie het allemaal begonnen is in dit programma: de ballerina.

Foto The old man and me: Angela Sterling