‘Cultuur is niet het rendement van het bestaan, maar de winst die wij met elkaar delen.’ Die treffende woorden spreekt Nicholas Mansfield (algemeen en artistiek directeur van de Nederlandse Reisopera) uit in het programmaboek bij de voorstelling Ariadne auf Naxos. Het zou evengoed de wapenspreuk kunnen zijn van regisseur Laurence Dale bij zijn regieconcept van deze nieuwe productie. Een Strauss waarvoor Mansfield en zijn team een diepe buiging (en vijf sterren) verdienen.

Een eeuw na de eerste opvoering (van de tweede versie) zette het, door bezuiniging geplaagde, Twentse operagezelschap de Ariadne van Richard Strauss op het speelplan. Dat is lef hebben, want deze ‘opera in een opera’ is een grillig en complex werk. Je moet behoorlijk wat talent in huis hebben om een uitvoering zowel muzikaal als regietechnisch tot een succes te maken. Maar dat werd het! Deze nieuwe Ariadne is van een overweldigende muzikale kracht en een betoverende schoonheid. Een productie waarmee het gezelschap haar bestaansrecht weer eens onomstotelijk bewijst.

Het is een raar ding, die Ariadne: het is een opera in een opera. Het werk balanceert tussen de lichtheid van de operette en de zwaarte van de opera. Ten huize van de rijkste man in Wenen staat een opera, een klucht en een vuurwerkshow gepland. Aangezien het voorafgaande diner uitloopt besluit Herr Reichmann de hele boel in elkaar te schuiven. De zangers en acteurs moeten hun voorstellingen maar gelijktijdig opvoeren. Wat vervolgens ontstaat is één grote clash tussen hoge en lage kunst.

Bij regisseur Laurence Dale blijft het echter niet bij dat conflict. Hij zet de personages centraal en schetst op scherpzinnige wijze de veranderingen die ze met elkaar doormaken. Vijanden worden vrienden, alle tegenpolen worden door de muziek verenigd. Kunst verbroedert en wat ons met elkaar verbindt is belangrijker dan wat ons scheidt. Het wordt door Dale allemaal op geniale wijze uitgewerkt, waarbij alle verschillende contrasterende lagen vloeiend in elkaar schuiven. Een gouden greep is de ‘verplaatsing’ van Herr Reichmanns huis naar een moderne galerie vol Griekse borstbeelden, een object dat dient als het eiland Naxos en videokunst. Slim, mooi en effectief!

Dale weet raad met contrasten: tegenover de zwaarmoedige in het zwart geklede Ariadne plaatst hij Zerbinetta als wulps GoGo-danseresje. De diverse dansscènes zijn vervangen door een oogstrelende moderne choreografie. Alles (dans, muziek en gesproken woord) valt in deze productie op zijn plek en wordt gekenmerkt door een perfecte timing, spanningsopbouw en plaatsing op de bühne. Muzikaal worden er ook grootse prestaties verricht: niet in de laatste plaats door het Noord Nederlands Orkest dat onder leiding van Antonino Fogliani een soms nog wat hoekige, maar zeer meeslepende Strauss liet horen. Een prestatie van formaat, voor een provincie-orkest dat dit repertoire niet dagelijks speelt. En vocaal viel er ook al niets te klagen met de Koreaanse sopraan Soojin Moon-Sebastian (die al haar virtuositeit en kwetsbaarheid legde in de ontroerende aria van Ariadne ‘Es gibt ein Reich’), Karin Strobos als de componist, Jennifer France als Zerbinetta, drie prachtig zingende nimfen en een legertje zeer redelijke mannenstemmen. Kortom, deze Twentse Ariadne moet je gewoon gezien en gehoord hebben. Vijf sterren en een buiging.

Foto: Marco Borggreve