Chet Baker stierf in Amsterdam, maar leeft in Rotterdam. John Buijsman blaast de jazzlegende opnieuw leven in met zijn muzikanten, gitarist Andreas Suntrop en rietblazer Keimpe de Jong. In een doorleefde fabriekskantine in de voormalige hoerenbuurt Katendrecht is een sfeervol jazzpodiumpje ingericht waar je niet tot de pauze hoeft te wachten als je iets wilt drinken.

Hij was in de jaren vijftig de mooie jongen die behalve lyrisch trompet speelde ook zong als een engeltje. In de polls eindigde hij ooit als eerste, boven Miles Davis en Dizzy Gillespie. Alle deuren stonden wijd voor hem open. Maar, zoals gebruikelijk in zijn kringen, Chet Baker greep naar heroïne en cocaïne en maakte zijn leven een stuk moeilijker dan het had hoeven zijn. Hij werd veroordeeld voor drugsbezit en toen hij uit de gevangenis kwam liet een drugsdealer die hij niet kon afbetalen hem de tanden uit zijn mond slaan. Einde carrière? Baker vocht terug, leerde opnieuw spelen met een kunstgebitje en bloeide op in Europa, waar jazz meer waardering kreeg dan in de Verenigde Staten en het eenvoudiger scoren was. In 1988 viel hij uit het raam van een Amsterdams hotel, achtenvijftig jaar oud.

Jules Deelder, autoriteit op het gebied van jazz en geestverruimende middelen, schreef in 1998 Angel eyes, solo voor trompettist, voor John Buijsman. Die kreeg er de Albert van Dalsumprijs voor van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Het stuk blijkt niet aan kracht te hebben ingeboet, dankzij Buijsmans spel en dat van De Jong en Suntrop. Andreas Suntrop legt de basis met zijn gitaar en neemt soms het voortouw, Keimpe de Jong gaat mee in de emoties van de verteller, van sopraansax tot basklarinet. Dienend en onmisbaar.

Buijsman portretteert Baker aan het eind van zijn carrière, als hij in een Nederlandse kleedkamer mijmert over wat hij heeft meegemaakt. Het begon met zijn engagement bij Charlie Parker, die niet alleen als muzikant, maar ook als junkie een voorbeeld was voor velen. Daarna volgde zijn glansrol in het vechtkwartet van Gerry Mulligan, waarin de muziek even hard vonkte als de persoonlijkheden botsten. Daarna werd Baker zelf frontman. En natuurlijk gaat het ook over vrouwen en drugs.

Met de behoefte aan een shot loopt de spanning op. Als hij eindelijk een ader heeft gevonden, knalt Baker nog even door het dak voordat hij in zichzelf wegzinkt. Excuse me while I disappear, zoals hij het zelf zingt.

In minder vaardige handen kan de tekst van Deelder gemakkelijk iets krijgen van ouwe muziekjunkies krentenbrood, kankerpartijen en de romantiek van de goot, maar Buijsman tilt hem in de regie van Paul Feld boven het voor de hand liggende effectbejag uit. Hij schildert een algemener beeld, van verkwist talent, een vernauwde wereld, mooie herinneringen aan betere tijden en een muziekscene die de geschiedenis heeft veranderd, maar niet meer bestaat. Melancholiek, agressief soms, berustend en zonder veel spijt of zelfreflectie. De dingen gingen zoals ze gingen. Angel eyes 2 is een omfietsvoorstelling. Ook als u ver moet fietsen.

Foto: Beer Buijsman