Niets gemakkelijker dan Freek de Jonge af te schrijven. Zeventig inmiddels, zijn hoogtijdagen toch minstens twee decennia achter zich. Ingehaald door meerdere jongere generaties en veranderd in een verbitterde en zure moralist. Zoals je de Rolling Stones wel zou willen toeschreeuwen: ‘Hou nou toch eens op!’ Maar nee, De Jonge komt gewoon met een nieuw programma. Dat godbetert bijna drie uur duurt, met nog een pauze en toegift ook. Dat is toch niet meer van deze tijd. Gooi de handen maar in de lucht als je Freek de Jonge haat!

Met dat imago speelt De Jonge nadrukkelijk in Als je me nu nog niet kent. Het begint losjes, gespeeld rommelig, notitieboekje in de hand met wat losse grappen over IS(IS), ebola, Frans Timmermans en Zwarte Piet die niet echt wereldschokkend zijn, bijeengehouden door de vergeetachtige ouder wordende cabaretier die bij het Kruidvat staat en bij god niet meer weet waarom hij nou eigenlijk boodschappen is gaan doen.

Het blijken inleidende beschietingen die voeren naar een subtiel maar daardoor juist indrukwekkend eerbetoon aan Bram Vermeulen, zijn partner in het legendarische duo Neerlands Hoop en aanvankelijk het onderwerp van de hele show. De mythe dat Bram en Freek destijds zo revolutionair waren, schuift De Jonge losjes terzijde: ‘Wij gingen niet zo hard, maar de rest stond stil.’ Het mondt uit in een fenomenale uitvoering van ‘Vechten tegen de bierkaai’ uit 1978, waarbij De Jonge geholpen wordt door een hechte band ‘die ervoor zorgt dat het lijkt alsof ik wel kan zingen’.

Na de pauze komt De Jonge pas echt op stoom, met onder andere een hilarische verhandeling over het reizen naar Zeeland in de jaren vijftig en de Nederlandse identiteit. Hoogtepunt is een twintig minuten durende beschouwing over de absurde manier waarop Nederland reageert op een ramp als die met de MH17. Over een vrouw die het er ook erg moeilijk mee heeft, want net op de dag van de ramp bracht zij iemand naar Schiphol. Moeiteloos krijgt De Jonge daarna de zaal stil met twee persoonlijke verhalen, zonder te vervallen in goedkoop sentiment.

Is het revolutionair? Nog niet eerder vertoond? Welnee. Is het verdomd knap? Jazeker. Het is misschien niet meer zo snel, maar het is er nog allemaal: de grote lijn die losse grappen met elkaar verbindt, het speels wisselen van het ene naar het andere register, zelfspot en het publiek een spiegel voorhouden.

Toen Bruce Springsteen in 1988 Bob Dylan toesprak bij diens opname in de Rock And Roll Hall Of Fame roemde hij Dylans recente door critici als minder bestempelde albums. ‘Als een jonge songwriter deze platen zou afleveren, zou iedereen hem de nieuwe Bob Dylan noemen.’ Zo is het ook met Als je me nu nog niet kent. Iedere jonge cabaretier zou er juichend mee zijn binnengehaald als de nieuwe Freek. Freek de Jonge is levende Nederlandse cabaretgeschiedenis. Springlevend zelfs.

Foto: Paul Schuurman