‘De meeste mensen leefden tijdens de oorlog gewoon door; ze lapten de ramen, snoeiden de heg, er werden kinderen geboren,’ zingzegt muzikant en zanger Felix Strategier in de voorstelling Als ik nog eens word geboren. Rond herdenkings- en bevrijdingsdag heeft deze uitvoering volop betekenis, al was het alleen al om de even sfeervolle als vaak indringende liedjes uit de Tweede Wereldoorlog die Strategier en zanger David Vos ten gehore brengen.

Zoals altijd in het theater van Flint in de Amsterdamse Roode Bioscoop aan het Haarlemmerplein overheerst een intieme soberheid. Al ik nog eens word geboren is een vrije herneming van het prachtige Heb dank, o Majesteit uit 2005. In samenwerking met het Theater Instituut Nederland kozen Strategier en Vos een groot aantal liederen uit de Tweede Wereldoorlog, waaronder de altijd weer aangrijpende Westerbork serenade van Johnny en Jones, maar ook Louis Davids met De kleine man, een lied dat door tekstschrijver Jacques van Tol op heftige wijze is aangepast aan de eisen van de bezetter. Het werd De Jodenman en de antisemitische strekking was overduidelijk. Van Tol was ook weer de tekstschrijver van Als op het Leidseplein de lichtjes weer eens branden gaan, en voor wie dit weet krijgt de uitvoering een mooie mix van tragiek en collaboratie, van angst voor de bezetter en inventiviteit om aan die bezetting te ontsnappen.

Opvallend in Als ik nog eens word geboren is de rol van de begeleiders, Djoeke Reijseger op cello en Joeri de Graaf op gitaar. Het is spannend hoe modern Reijseger haar cello laat klinken. Met forse, felle  streken en een scherp pizzicato haalt zij de oorlogsmuziek naar de hedendaagse tijd. De grote, onderliggende thema’s als verzet of collaboratie zijn nog altijd aan de orde. Een hoogtepunt is haar versie van Lili Marlene waarbij ze de snaren onder de kam aanspeelt, waardoor er hoge, wat schrille tonen ontstaan.

Langzaam weeft Strategier daar de liedteksten doorheen. Aanvankelijk klinkt het als een vrije improvisatie, licht jazzy, maar geleidelijk komen de contouren en melodielijnen van het lied te voorschijn. Dat geeft een schitterend effect, alsof het lied uit het verre verleden komt, wat feitelijk ook zo is. Strategier en Reijseger geven aan het al zo bekende lied een nieuwe, hartbrekende dimensie juist door het zo breekbaar en ijl te spelen.

Aan het slot klinkt de titelsong van de voorstelling feestelijk als een bevrijding, waarin de drang tot een nieuw leven, ver weg van oorlog, van verzet en angst, een uitbundige weergave krijgt. Deze voorstelling is met verschillende manifestaties die plaatsvinden in het kader van Theater na de Dam, 4 mei-5 mei een even emotioneel als waardevol ijkpunt.