In Alpha – de nieuwe wildernis onderzoekt choreograaf Pia Meuthen op een speelse manier en zonder oordeel te vellen de gedragscodes onder mannen. Op het toneel vijf dansers, onder wie twee acrobatische Chinese poledansers, en een zangeres; het is vooral de vloeiende symbiose tussen de verschillende bewegingsstijlen die beklijft.

Ze zijn groot en klein van stuk en onder begeleiding van een ritmische sound komen ze op, de vijf bebaarde mannen in colbert. Pronkend met hun pakjes staan ze op het toneel. Maar voordat het statement al te veel stelling neemt, dient zich een nieuwe scène aan rond barkrukken of een namaaksteen. Meuthen heeft nogal wat decorstukken ingebracht waar ze de heren op loslaat. Maar vooral de capriolen in de twee palen, die aan de linkerzijde van het toneel zijn vastgeklonken, maken indruk. Met regelmaat klimt een danser er behendig in of draait een ander acrobatisch rond de buis. In elk geval zijn er veel ronde, cirkelende bewegingen te ontwaren, die hun weg ook vinden op de vloer.

Meuthen heeft een duidelijk thema gekozen, maar lijkt dat vooral nergens te willen benadrukken. Voordat het tot een echte battle komt tussen de mannen is het toneel al in beslag genomen door een zangeres. Met haar stoere kuif zou ze de mannen gemakkelijk hebben kunnen aftroeven, maar dat lijkt niet de opzet. Sopraan Linde Schinkel is er vooral om contrast te bieden aan het mannelijke testosteron, al is dat laatste wat ver te zoeken dankzij de soepele bewegingen die de overhand hebben in Alpha – de nieuwe wildernis. Scènes illustreren soms het machogedrag van de heren, maar wat we toch vooral zien is een speelse jongensclub die plezier heeft in het leven. Ook niets mis mee.

In het Italiaans en Spaans zet iemand een speech in, want zo nu en dan wordt er gesproken of een naam geroepen. Maar niets houdt stand. De kleine Spaanse danser Miguel Fiol Duran steelt de show. Niet alleen met zijn snelle korte, vloeiende bewegingen, hij ontpopt zich zowaar ook tot clown. Intussen zingt Schinkel prachtige liederen maar hoewel haar zangkwaliteit uitstekend is, voegt haar aanwezigheid weinig toe aan de voorstelling. De muziekcompositie van Strijbos en van Rijswijk doorkruist bovendien iets te veel stijlen naar mijn smaak. Meuthen had nog wat strakkere keuzes kunnen maken om van Alpha een echt spannende wildernis te maken. Nu blijft alles wat braafjes aan de oppervlakte.

De meest forse van de vijf mannen ontbloot zijn bovenlichaam en danst solo, kleine Duran wordt gemangeld door de club en een derde man eindigt spartelend op de top van een paal. Prachtig is de eindsolo van aapmens Fabian Krestel ten slotte. Die laat zien waar de kracht schuilt van Meuthens choreografie; in de fysieke cross-over tussen dans en acrobatiek.

Foto: Rob Hogeslag