Wat heeft de ijzeren tranentrekker Alleen op de wereld (1878) de jeugd van nu nog te zeggen? Heel wat, vindt Moniek Merkx. De voorstelling die ze bij Maas regisseerde is een road movie van mijlpaal tot mijlpaal in een onveilig jongensleven.

Alleen op de wereld is een pil van epische proporties waarin alles misgaat wat er mis kan gaan. Hoofdpersoon Remi krijgt klap op klap, in elk geval de eerste driehonderd bladzijden. Hij wordt bij een arm Frans dorpje te vondeling gelegd, wordt gepest op school, afgewezen als buitenstaander en krijgt te horen dat zijn ouders niet zijn echte ouders zijn. Als zijn pleegvader zonder werk komt te zitten, verkoopt hij Remi. Daarmee wordt het achtjarige jongetje gescheiden van zijn pleegmoeder, de enige op de wereld met wie hij een goede band had.

Met het circusje van Vitalis (drie honden en een aapje) reist hij Frankrijk rond, door weer en wind en hitte en sneeuw. De troep wordt lang niet overal met open armen ontvangen; armoe en honger zijn eerder regel dan uitzondering. Het aapje sterft van de kou, twee honden worden opgevreten door wolven. Als de koddebeiers Vitalis in het gevang smijten, staat Remi er helemaal alleen voor. En later gaat de oude baas ook nog dood.

Toch zijn er lichtpuntjes. Af en toe druppelen er berichtjes door die Remi op het spoor zetten van zijn echte ouders. In Parijs vindt hij een nieuwe vriend. En uiteindelijk, u dacht het al, vindt Remi zijn liefhebbende verwekkers.

Een paar jaar geleden stuurde Moniek Merkx bij Max het publiek in het kielzog van Remi door het grote theaterpand in de Rotterdamse Gouvernestraat. Nu is Max opgegaan in Maas en ensceneerde Merkx Alleen op de wereld opnieuw, maar heel anders: als grotezaalvoorstelling met twaalf acteurs, dansers en musici.

Meteen aan het begin maakt de groep, met Romana Vrede als drijvende kracht, duidelijke afspraken: we spelen het verhaal van dit dikke boek, het woord vondeling ken je misschien niet, maar het betekent gewoon dat iemand gevonden is, we vertellen meer niet dan wel, de rest moet je er zelf maar bij verzinnen. O ja, en iedereen speelt Remi. Vrij vertaald: vergeet het realisme van film en musical, dit is ons soort theater, wen er maar aan. De kinderen lijken die gewaagd gestileerde manier van vertellen aan te kunnen. Wel lijkt het verstandig om de ondergrens van acht jaar hier serieus te nemen.

Beweging (de choreografie is van Klaus Jürgens) laat je meevoelen met de ontberingen van de reis, de voorstellingen op straat, de verhouding tussen mens en dier en de conflicten. Een hoog projectiescherm dient als weerbericht. Bij stadse passages daalt er een blokkendoos neer.

Als het net allemaal te veel wordt – te zielig, te uitzichtloos, te veel kilometers – doorbreekt Merkx de sfeer met een geestige opmerking of een prachtig beeld. De troep in de sneeuwstorm, de afschrikwekkende meneer Garofoli, de ontsnapping uit de gevangenis, het slotballet – het ziet er prachtig uit.

De muziek bestaat uit sfeervolle klanken van Vincent van Warmerdam, na tientallen jaren los van Orkater, en van Djurre de Haan (awkward i). Hoewel die laatste best acceptabele liedjes speelt, zijn de Engelse teksten voor deze doelgroep een gemiste kans. Ze zijn daarbij nauwelijks te verstaan. Dat moet een singer-songwriter niet willen. Remco Sietsema levert met zijn trekzak trouwens prima ondersteuning.

Remi struikelt door het leven, maar veert altijd weer op. De harde omstandigheden voeden hem op, lichamelijk, geestelijk en moreel. Denk daar maar eens over na, kinderen van nu. De internationale cast uit de driehoek Nederland-Portugal-Oekraïne is een echo van de rondreizende troep potsenmakers. Het leven is niet gemakkelijk, zeker niet in de kunst, maar als je je best doet en volhoudt, mag je uiteindelijk dansen in een zwanendonzen manteltje.

Foto: Phile Deprez