Househits uit de jaren ’90 gecombineerd met het spreekstuk Zelfbeschuldiging van Peter Handke. In haar voorstelling All inn, vorig jaar al kort te zien op Theaterfestival Boulevard, verbindt Sarah Ringoet deze twee uitersten. Het levert een powervoorstelling op over een generatie voor wie the sky niet langer the limit is.

Zelfbeschuldiging is een monoloog in ik-vorm en bestaat uit een eindeloze hoeveelheid zinnen die veelal op dezelfde wijze zijn opgebouwd. Dat geeft de nogal repetitieve tekst een bezwerend effect. Taal en de betekenis of betekenisloosheid daarvan is het uitgangspunt voor een stroom handelingen en gedachten die de ik-persoon wel of niet heeft uitgevoerd. Zo ontstaat een opeenstapeling van woorden die samen een universele biecht vormen van het menselijk bestaan.

Sarah Ringoet plaatst haar vijf spelers, allen afkomstig van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg, in een grote lege ruimte, die zij optimaal benut. In fluorescerende trainingspakken komen zij op en spreken de tekst van Handke: ‘Ik bewoog. Ik bewoog mijn lichaam. Ik bewoog van de ene plek naar de andere.’ De nauwkeurigheid van de zinnen gaat gepaard met even precieze illustratieve gebaren die de toeschouwer bij de les houden.

De woorden van Handke zijn universeel, maar door de ik-vorm persoonlijk tegelijk. Die oorspronkelijke tekst wordt gaandeweg doorsneden met persoonlijke, kwetsbare verhalen van de spelers. Het zijn kleine en grote ontboezemingen. Over thuis meebrullen met porno-rap, maar tegelijkertijd vluchten voor echte gevoelens. Over de schaamte omdat je je ex-vriendje emotioneel misbruikt hebt. Over de vraag wat je over hebt voor een zwerver. Of over het gevoel van ontheemding van de biseksuele jongen. Hij kwetst meisjes en wordt door mannen zelf gekwetst. Hij is te hard voor de één en te zacht voor de ander. Waar hoort hij thuis?

Tussen die teksten en verhalen door herleeft het verleden. De spelers gaan los op housemuziek uit de jaren ’90. Ze stuiteren door de ruimte en dat ziet er fantastisch uit; de meisjes met strakke paardenstaart en geschoren zijkanten, de jongen in Lonsdale-ondergoed boven zijn afzakkende joggingbroek. Be My Lover, You Don’t Know Me. Met opengesperde pillenogen hakken ze erop los. ‘I found the love but it didn’t last. Wonderful days belong to the past.’ Wie had gedacht dat de happy hardcore van Charly Nownoise & Mental Theo deze voorstelling een extra laag kon geven?

All inn, met als subtitel good intentions ruined us, wordt zo een voorstelling die laag op laag stapelt. De universele tekst van Handke bestaat uit droog-literaire taal, niet uit leven. Het is een haast allesomvattende opsomming van wat mensen doen, niet doen of elkaar aandoen. Daarbovenop komen de persoonlijke bekentenissen van de spelers. Verhalen over het verlangen om het goede te doen, maar die uiteindelijk strandden door je eigen beperkingen – of  door die van anderen. Spijt, schaamte, desillusie én de weg naar volwassenheid. Het zit er allemaal in. De intieme verhalen van de jonge spelers worden geïllustreerd door dampende, hedonistische housemuziek.

Sarah Ringoet en haar spelers maakten een bruisende, fysieke voorstelling over een all-inclusive generatie die alles had en streeft naar meer. Maar die ook is afgedwaald van zichzelf en tekort schiet. ‘Ik ben niet geweest wat ik had moeten zijn,’ zegt één van de spelers ergens. En ‘Ik ben onnatuurlijk geworden’.  Aan die spijt kun je niets meer doen. Maar Gala’s Freed from desire, dat na het slotapplaus het publiek de vloer op lokt, klinkt toch nog steeds wel heel lekker én hoopvol.