Bij binnenkomst in het Parktheater is het meteen voelbaar: er hangt een opgetogen energie. Het huis is stampvol, alle kleuren mensen en alle leeftijden lopen hier door elkaar, groepjes vrienden begroeten elkaar enthousiast. Kinderen rennen de brede trappen op en af en oefenen op de gladde vloer bij de garderobe hun beste moves. Uit de foyer boven klinkt een vette beat: een groep kleine b-boys in blauwe T-shirts is aan het battelen. Ze zijn omringd door een grote kring kijkers.

Als in de grote zaal de show Adrenaline, een uitgewerkte versie van de show waarmee deze crew in Engeland en de Verenigde Staten veel succes boekte, dan ook echt begint kunnen de mannen van The Ruggeds op een hoog energielevel beginnen en zetten ze zelfs nog een tandje bij. Ze springen vanuit de coulissen de vloer op, hoog en ver, landen met een razendsnelle schouderrol en veren direct weer overeind om met een brede lach even de helicopter te demonstreren. Zeven jongens, de groep opereert vanavond minus één want danser Jazzy Gypz (Jessy Kemper) brak twee dagen geleden zijn hand, zeven stuiterende bommetjes adrenaline.

En na die eerste scène volgt een verrassende stilte. De beat valt weg en er klinkt een rauw geruis. Zes mannen zitten op de vloer, knieën opgetrokken, ze drukken geen swag uit, zijn er niet op uit hun allerindividueelste skills te tonen. Ze voegen zich in een synchrone, zachte dansfrase die een bodem legt onder de vloeiende, zoekende solo van de veelzijdige danser Roy. Het lijkt wel een balletscène, al is de bewegingstaal aardser. Regisseur Jonzi D, die de vermaarde Breakin’ Conventions organiseert bij het Londense Sadler’s Wells, heeft zijn troep dansers echt uitgedaagd en dwingt de energie via een veelheid aan danskanalen naar buiten.

Dat het werkt bewijzen de reacties uit de zaal: het publiek hapt naar adem als de dansers over elkaar heen buitelen, uit stilstand een salto achterover doen, of wanneer Skychief (Virgil Dey) uitdagend aan een laag hangende lamp begint te schommelen – en met zijn lange benen vlak boven de hoofden van zijn publiek heen en weer zwiert. Er is zwijgzame aandacht voor de meer ingetogen duetten en solo’s die te zien zijn, en er wordt gejoeld en geklapt voor het liften en stunten.

De lef van The Ruggeds, in 2005 in Eindhoven opgericht, zit hem niet alleen in de hoogte van de sprongen of de virtuositeit waarmee ze hun moves uitvoeren, maar juist ook in de poging die ze hier doen een manier te vinden om het hiphop-dansidioom te mixen met heel andere vormen van dans en expressie, te bouwen aan scènes en op zoek te gaan naar een overkoepelende spanningsboog. De voorstelling barst van de goede ideeën en mooie scènes. Dat komt de spanningsopbouw niet steeds ten goede: het dreigt binnen het uur dat de voorstelling duurt soms meer een opsomming te worden dan een verhaal. Bij ieder idee hoort een nieuwe lichtstand en een ander muziekstuk. Veel daarvan is volkomen passend en aantrekkelijk, maar het verband is niet altijd helder met wat eraan voorafgaat of wat erop volgt.

Ze kunnen heel veel, deze jongens, en ze willen het allemaal laten zien. Dat ze dat met zoveel liefde voor de dans en zo’n aanstekelijkheid weten te doen zorgt voor een heel onderhoudende en vaak verrassende avond.