Volkomen onverwacht begint de voorstelling 20.000 mijlen onder zee (8+) met een actualiteitenprogramma. We keren dus niet terug naar schrijver Jules Verne en de late negentiende eeuw. Presentatrice Deborah van Nu Actueel brengt alles naar het hier en nu. De keuze van Toneelgroep De Appel om bij deze familievoorstelling televisie te betrekken is misschien ingegeven om jonge kijkers te verlokken, maar eerlijk gezegd: het werkt niet. Het wringt aan alle kanten.

Allereerst is het decor saai, kaal en klinisch, met een enkele patrijspoort waardoor we glimpen opvangen van de diepzee. Dit is feitelijk hetzelfde entourage als het gezelschap gebruikt in de voorstelling Op hoop van zegen tijdens Het Heijermans Festival. Maar toch, de verregaande stilering kan niet goedmaken welke grillige rijkdom aan beelden Verne beschrijft in zijn sciencefictionverhaal over de diepzee. In zijn vertelling uit 1870 speelt kapitein Nemo van duikboot Nautilus de hoofdrol; hij vernietigt elk schip dat in zijn vizier komt. De reden daartoe moet geheim blijven en is juist daarom de dragende verhaallijn, die in de versie van De Appel echter geheel verdwijnt. Wat overblijft is een voorstelling die zwalkt in regie- en vormkeuze, en bovendien een vergeefse poging doet actueel te willen zijn.

Presentatrice Deborah (Marguerite de Brauw) probeert contact te krijgen met drie verloren gewaande helden die dit mysterie ontwaren. Is het agressieve zeemonster een narwal? Zeebioloog Aronnax, assistent Koenraad en harponier Netty Land gaan op onderzoek uit. Als hun schip door de Nautilus wordt geënterd, komen zij als gevangenen in het gevreesde monster terecht, dat een stalen duikboot blijkt. Nu hebben ze de kans het doen en laten van de verbitterde kapitein Nemo en zijn wonderbaarlijke overlevingsstrategie in de diepzeeën te bestuderen.

De bemanning van de Nautilus is gekleed in duikerspakken met ronde duikbrillen. Het wekt een sciencefictionachtige indruk. De drie helden krijgen een camera mee om de geheime wereld van kapitein Nemo te filmen, maar aan het slot vernietigt Koenraad de rolletjes. Ze hebben de kapitein plechtig beloofd nooit over zijn drijfveren jegens de buitenwereld te spreken. Het drietal wordt gespeeld door Iwan Walhain als Koenraad, Lore Dijkman als walvisjager Land en Bart van den Donker als Aronnax. Bob Schwarze vertolkt een aantal dubbelrollen, waaronder de cameraman en aan het slot de verslaggever.

Afgezien van enkele geslaagde scènes – onder meer van de begrafenis op de zeebodem – is deze voorstelling niet acceptabel als het gaat om de verbeelding van 20.000 mijlen onder zee. De betovering van die wonderbaarlijke onderwaterwereld is nergens te vinden. Voor Verne en zijn tijdgenoten was de diepzee terra incognita, en dat geldt voor het jongere publiek van een familievoorstelling van nu feitelijk nog steeds. De keuze van regisseur Annechien de Vocht het oorspronkelijke verhaal extreem rudimentair, als het geraamte van een samenvatting, te vertellen is onbegrijpelijk. Feitelijk gaat meer dan de helft van de voorstelling verloren aan het actualiteitenprogramma, met alle beslommeringen van dien. Als Walhain in enkele treffende scènes tegen de filmcamera spreekt over hun gevangenneming in de hoop dat iemand daar ooit kennis van neemt, noemt hij als plek het eiland Sri Lanka. Maar een felrode streep die op een historische kaart verschijnt, wijst echter naar Vietnam – dat geen eiland is – en niet naar Sri Lanka; dat ligt ten oosten van India.

Het is niet deze slordigheid alleen, het is eerder dat ik als toeschouwer steeds meer met ongeloof naar deze voorstelling keek. Waar is de meest theatrale scène gebleven waarin inktvissen de Nautilus aanvallen? Er zwemt opeens een nephaai door het beeld, maar die glijdt halverwege zielloos neer in een hoekje. Misschien een technische storing, maar toch. Regisseur Annechien de Vocht heeft niets van de avontuurzucht van Verne in deze voorstelling over kunnen brengen. Het was een grote verwachting deze toneelversie te zien, ook omdat De Vocht belooft ‘Verne’s fantasievolle onderwaterwereld werkelijkheid te laten worden’. De flirt met het medium televisie doet echter onherroepelijk veel schade aan.

Foto: Leo van Velzen