Afgelopen zaterdag werd in de Stadsschouwburg Amsterdam een herdenkingsbijeenkomst gehouden voor de vorige week overleden toneeldocent René Lobo. Familie, collega’s en (oud-) leerlingen van de Toneelacademie Maastricht waren in groten getale gekomen om hun leraar, opgebaard in het spierwitte decor van Medea, de laatste eer te bewijzen. Boris van der Ham fungeerde als ceremoniemeester in ‘de laatste regie van René’, een programma dat door Lobo in zijn laatste weken zelf werd samengesteld.

Er werden indringende en met humor doorspekte toespraken gehouden door Jacques Giessen, Leo Swinkels en Woody ‘Woodeke’ Laurens, afgewisseld door liedzang (Schubert!) van Xander van Vledder. Ontroerend én geestig was het slotwoord dat Lobo’s weduwe Sjoukje Hooijmaayer tot de volgepakte Rabozaal richtte – ze moest wel, want René had het zo gewild.

Namens de oud-leerlingen van Lobo voerde Halina Reijn het woord. Hierbij haar volledige tekst:

‘Liefste René,
Lieve, magische, meester van de toneelacademie, zoals een studente je noemde.
Liefste toneelvader,

Wij, je leerlingen, hebben allemaal zoveel aan je te danken, op allerlei verschillende manieren, dat ik het lastig vind je kracht en enorme invloed in woorden te vangen. Nog voor ik een stap over de drempel van de school had gezet, wist ik al precies wie je was. Je reputatie was je vooruit gesneld. Ik kwam voor jou. Na alle verhalen wilde ik het zelf ervaren. Wars van zweverigheid en sentiment schiep je orde in de chaos van ons talent. Je maakte een vak dat zich maar lastig liet ontsluiten, concreet en inzichtelijk. In jouw lokaal creëerde je een universum waar alles zich afspeelde op leven en dood. De absolute overgave aan het ambacht heb ik door jou voor het eerst mogen ervaren. Discipline, nederigheid en volledige toewijding. Geen romantiek, geen gelul, geen ijdel gedoe, geen geitenwollensokkengebrei en truttig gezeik. Je ontdeed het vak van al zijn franje zodat overbleef wat ertoe deed. Door jou sterke, nuchtere, veilige kaders konden wij onszelf compleet overgeven.

‘Acteren moet je alleen doen als je niet anders kunt.’

Je daagde ons uit op het hoogste niveau en bood praktische handvatten waar ik nog elke dag gebruik van maak. Je eiste alles van ons en duldde geen middelmaat. Pathetiek en sentiment waren in jouw lessen uit den boze. Het woord gevoel of sfeer mocht niet eens vallen. Door jou voelde ik me gezien en begrepen  op school. Je was streng en keihard waardoor je mensen afschrok maar de echte talenten hielden stand want die lieten zich niet ontmoedigen, die namen de uitdaging die je persoon vormde met beide handen aan.

Ik ben zo bang dat nu je er niet meer bent er van alles verloren gaat; het klassieke ambacht in gevaar is en nieuwe generaties zonder ‘peper in hun reet’, al ‘kutkammend’ en ‘klootviolend’ het toneel op zullen banjeren. Juist in een tijd waarin ijdelheid, zucht naar roem en onzinnig gezweef op de loer liggen, hebben we nood aan jouw wijsheid en vakmanschap. Je gunt het iedere beginnende acteur om even door jou handen te mogen gaan.

Lieve gepassioneerde, ontroerende man, in ons allemaal zit jij verstopt. Je bent immers deel van ons acteurs-DNA, hebt ons gevormd, gebroken, gemaakt en weer overeind geduwd. Aan ons de taak jouw filosofie uit te blijven dragen aan hen die het willen horen maar vooral aan hen die er niets van willen weten. Ik kan me niet voorstellen dat ik op het toneel zal staan zonder de gedachte: ‘Hij zou wel eens in de zaal kunnen zitten,’ om dan vervolgens met gierende zenuwen alles in het werk te stellen om de grote meester te pleasen. De meest succesvolle gelauwerde acteurs heb ik zien beven bij de gedachte dat je er was. Sinds je overleden bent op donderdag 29 januari heb ik elke avond gespeeld alsof je in de zaal zat. En dat zal ik blijven doen zodat ik op mijn best ben, zodat wij net iets verder reiken dan we dachten dat we zou kunnen. Hele generaties acteurs heb je aangeraakt met je liefdevolle hart. Het vuur dat jij in ons ontstak, zullen wij brandend houden, dat beloof ik.’