‘Slagen in Cultuur’ is de titel die de Raad voor Cultuur heeft gegeven aan zijn advies over de culturele basisinfrastructuur 2013-2013. Er werd voor 375 miljoen euro subsidie aangevraagd, er is voor bijna 310 miljoen euro subsidie verleend.

In het advies heeft de Raad een oordeel geveld over 118 aanvragen. 73 Aanvragen kregen een positief advies, 21 daarvan onder een of meer voorwaarden. Op 45 aanvragen is een negatief advies gegeven. In een aantal gevallen adviseert de Raad de onvervulde plaats in de BIS opnieuw open te stellen.

In zijn inleiding maakt de Raad zich zorgen om talentontwikkeling, creatie & productie en de pluriformiteit van het aanbod. In de dans ‘verliest de BIS voorzieningen van nationaal belang en hoge kwaliteit’. Ook ziet de Raad door de verkleining van de BIS dat ‘enkele essentiële schakels in deze keten in een kwetsbare positie komen’. Daarom dringt de Raad  aan op maatregelen om de zwakke schakels te versterken.

Bij de beoordeling van de aanvragen stond kwaliteit voorop. Wie op dat criterium geen voldoende haalde, kwam niet in aanmerking om langs de rest van de meetpunten – o.a. publieksbereik, ondernemerschap en geografische spreiding – te worden gelegd.

De Raad vond de indeling die vooraf al was gemaakt belemmerend voor zijn werk – ‘Het maakt de regeling nodeloos inflexibel’ – en dringt voor de toekomst aan op maatwerk.

Forse kritiek heeft de Raad op de optimistische schattingen die veel instellingen indienden ten aanzien van eigen inkomsten en publieksbereik. Ook legt de Raad grote nadruk op  kunstenaars. Ten nadele van de overhead, die volgens de Raad bij een aantal instellingen topzwaar is en moet worden teruggesneden. Bij de presentatie van het advies wees Raadsvoorzitter Joop Daalmeijer erop dat cultureel ondernemerschap ook het kritisch onder de loep nemen van de eigen instelling omvat. ‘Daar valt nog veel te winnen.’

De Raad constateert dat de instellingen voor podiumkunsten niet alle taken van de productiehuizen overnemen en bij voorkeur talenten oppikken die al enige tijd meelopen. ‘De ruimte voor experiment, die inherent was aan de opzet van een productiehuis, is helaas niet meer aan de orde.’ De Raad adviseert de staatssecretaris daarom ‘de stand van zaken rondom talentontwikkeling periodiek te monitoren.’

Theaterinstituut negatief

De aanvraagvan TheaterInstituut Nederland om zijn bestaan te mogen voortzetten als museum is door de Raad niet gehonoreerd. Wel dringt de Raad erop aan de belangrijke bestanddelen van het TIN op een goede manier elders onder te brengen.

Wat betreft de toneelgezelschappen kent de Raad ToneelgroepAmsterdam, hetNationale Toneel, Toneelgroep Oostpool en het Noord Nederlands Toneel 2,5 miljoen euro subsidie toe. Vanwege de internationale werking krijgt TGA er nog 2,5 ton bij. Het Ro Theater, De Utrechtse Spelen, Tryater, Toneelgroep Maastricht en Het Zuidelijk Toneel komen in aanmerking voor 1,5 miljoen euro. Tryater dient een nieuw activiteitenplan op te stellen omdat de aanvraag tekortschoot wat betreft artistiek beleid en ondernemerschap, Het Zuidelijk Toneel moet een nieuwe begroting indienen met een overtuigender financiële onderbouwing. De Raad dringt erop aan dat de gezelschappen ook een substantieel aantal keren buiten de eigen standplaats spelen en hun plannen onderling afstemmen.

In de sector jeugdtheater ontving de Raad tien aanvragen voor acht plekken. De Raad adviseert positief over Sonnevanck, Het Filiaal, Het Laagland, Artemis, Maas (begroting en activiteitenplan aanpassen) en De Toneelmakerij (begroting en activiteitenplan aanpassen), en negatief over Nationale Toneel/Stella, Citadel, Oorkaan en Kwatta. De twee laatste omdat zij voor een zelfde plek in aanmerking wilden komen. De Raad is van opvatting dat in Groningen en Den Haag een goed functionerend jeugdtheatergezelschap behoort te zijn. Daarom wordt de mogelijkheid geboden om voor die plekken een nieuwe aanvraag in te dienen. Daarbij kan de Raad zich voorstellen dat gegeven de nabijheid Den Haag samenwerking zou kunnen zoeken met Rotterdam. Hoewel Max (Maas) en Toneelmakerij meer dan een half miljoen aanvroegen, krijgen zij beide 500.000 euro toegekend.

Scapino wint en verliest

De vierde dansplek in de basisinfrastructuur waar vijf instellingen zich voor meldden (1,5 miljoen euro subsidie) is toegekend aan Scapino Ballet Rotterdam, voor twee jaar, met als voorwaarde dat een nieuw plan wordt ingediend dat beter beantwoordt aan de voorwaarden op de terreinen artistiek beleid en ondernemerschap. Volgens Daalmeijer is ondanks de vijf aanvragen toch onder voorwaarden voor Scapino gekozen omdat naar het oordeel van de Raad het voortreffelijke tableau van Scapino niet het slachtoffer mag worden van de stagnerende artistieke koers en de topzware overhead.

De strijd tussen de Nationale Reisopera en Aurora is in het voordeel van de Nationale Reisopera beslecht. De subsidie van 3,5 miljoen euro gaat derhalve naar de Reisopera, waarbij de Raad het noodzakelijk vindt dat de twee instellingen elkaar in alle lagen gaan versterken. De Nederlandse Opera heeft als voorwaarde meegekregen dat nog dit jaar een uitgewerkt plan wordt ingediend voor talentontwikkeling bij de instelling zelf en voor coördinatie van talentontwikkeling in het land. ‘Het wegvallen van postacademische voorzieningen en productiehuizen maken dit onderwerp actueel en urgent.’

In zijn dankwoord zegde demissionair staatssecretaris Zijlstra toe vrijwel alle adviezen over te nemen, ook de adviezen waaraan voorwaarden zijn verbonden. Daartoe zal een nieuwe, aanvullende regeling worden ontworpen die voor de zomer moet worden afgerond, zodat ook over de nieuwe aanvragen op Prinsjesdag een besluit naar buiten kan worden gebracht. Ook zei hij te komen met voorstellen om het cultureel ondernemerschap via opleiding- en begeleidingstrajecten te gaan verbeteren.