Op zondagmiddag 14 september sprak theatermaker Paul Knieriem de Staat van het Jeugdtheater 2014 uit in Jeugdtheater De Krakeling. Hierin noemde hij acht statements voor het jeugdtheater.

Punt 1: investeer (opnieuw) in een onafhankelijk podium voor jonge jeugdtheatermakers
Knieriem sprak zich zeer kritisch uit over hoe gezelschappen met talentontwikkeling omgaan. ‘Soms is het goed om vooruit te kijken, maar soms moet je ook accepteren dat er fouten zijn gemaakt. Ik vind het eeuwig zonde dat de productiehuizen bij het grofvuil zijn gezet.’ Hij pleit voor een nieuw op te richten jeugdtheaterproductiehuis.

Punt 2: investeer in kleinschalige projecten, want de uitwerking kan groots zijn
Het maken van klassenvoorstellingen is voor Knieriem erg belangrijk geweest. ‘Juist dit soort projecten bewerkstelligen iets wat alleen het jeugdtheater kan. Kinderen leren dat theater iets is van vlees en bloed. In het hier en nu. Dat het gaat over echte mensen.’ Maar mede door de hoge eigen inkomstennorm liggen dit soort projecten onder vuur.

Punt 3: weg met de reisverplichting
‘Eigenlijk zou ik een pleidooi willen houden voor verregaande regionalisering,’ zei hij, omdat gezelschappen en het publiek veel meer gebaat zijn bij intensief contact met de eigen regio en achterban. Hij stelt voor om de kinderen in het land te verdelen over de acht BIS-jeugdtheatergezelschappen. De gezelschappen die aanvragen bij het Fonds mogen vervolgens door het hele land spelen, maar het is geen verplichting. Ook de BIS-gezelschappen mogen touren, maar zijn dat niet verplicht, stelt hij voor.

Punt 4: stop met hokjesdenken
Men moet ophouden het jeugdtheater en het volwassencircuit als twee compleet verschillende werkvelden te zien, vindt Knieriem.

Punt 5: een voorstelling zou een begin kunnen zijn van een gesprek tussen ouder en kind
Volgens Knieriem wordt het publiek, en dan met name de ouders en de leerkrachten, steeds conservatiever en staat het steeds minder open voor avontuur. Hij zou graag zien dat de angst dat een jeugdvoorstelling ‘te moeilijk’ is verdwijnt en dat ouders en kinderen een echt gesprek met elkaar zouden voeren over wat ze hebben gezien.

Punt 6: de grote zaal is misschien niet de beste plek voor groots opgezet jeugdtheater
Knieriem vroeg zich af of het grotezalencircuit wel de juiste plek voor ‘ons soort spektakel’ is. ‘Eigenlijk denk ik dat de vrije producenten dat kunstje veel beter beheersen, in ieder geval wat betreft de marketing.’ Het jeugdtheater laat zich bij grootschalige producties teveel leiden door de eisen van theaterdirecteuren.

Punt 7: werk aan de landelijke uitstraling van het jeugdtheater
‘We hebben voorvechters nodig,’ herhaalde hij Joop van den Ende. Hij stelt voor om de internationale dag van het jeugdtheater te omarmen. ‘Dan zorgen we ervoor dat ieder kind in Nederland op 20 maart naar het jeugdtheater gaat, en ‘s avonds praten we erover op het Achtuurjournaal.’

Punt 8: het gaat om het spel, en niet om de knikkers
‘Beste artistiek leiders van de Nederlandse jeugdtheatergezelschappen, ik richt me nu tot jullie,’ besloot Knieriem zijn speech. ‘Langzamerhand begint de hele machinerie van gesprekken, gelobby en geborrel weer op gang te komen. Hierbij doe ik een dringende oproep: kom met een gezamenlijke visie wat betreft het Nederlands jeugdtheater.’

Knieriem (1981) studeerde in 2007 af aan de Regieopleiding, Amsterdam en is onder andere werkzaam bij Toneelschuur Producties en de Toneelmakerij. U leest hier zijn volledige Staat van het jeugdtheater 2014.

Diezelfde middag las Annette Embrechts het juryrapport van de Jeugdtheaterjury voor. Hierin pleitte ze voor meer eigenzinnigheid en een brutale aanpak op het grote podium en noemde ze de terugtocht uit de grote zaal een verkeerde beweging. Ze riep op tot meer interactie tussen theater voor volwassenen en voor jeugd en/of families. Ook laten Tweetakt en de bestaande jeugdtheatergezelschappen volgens de jury kansen onbenut. Zij zijn het tezamen verplicht tamtam te maken en reuring te veroorzaken, ook voor de brede linie van de jeugdpodiumkunsten, zei Embrechts.

Tevens bekritiseerde ze namens de jury, net vorig jaar, de criteria die de VSDC voor de Krekelprijzen hanteert. Ze riep de VSCD en het jeugdtheaterveld op om samen tot een ‘Krekelplan 2.0’ te komen, waarin ook ruimte komt voor de nominering van locatie-, festival-, school- en trailervoorstellingen en ervaringstheater. Het volledige Juryrapport Zilveren en Gouden Krekels 2014 leest u hier.

Foto: Bart Koetsier/HH