De extra investering van 10 miljoen euro in cultuur in 2016 blijft eenmalig. Op 28 juni verwierp de Tweede Kamer de motie van cultuurwoordvoerders Van Dijk (SP) en Pechtold (D66), waarin zij de regering voorstelden structureel 10 miljoen euro aan de begroting voor de culturele basisinfrastructuur in 2017-2020 toe te voegen.

Ook verwierp de Kamer Van Dijks verzoek om met een voorstel voor de herziening van het subsidiestelsel na 2017-2020 te komen. In navolging van het advies van de Raad voor Cultuur stelde Van Dijk in zijn motie dat het huidige subsidiesysteem te willekeurig is.

Op 28 juni stemde de Kamer over de verschillende moties die de cultuurwoordvoerders tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg op 23 juni hadden ingediend. De moties kwamen voort uit het Tweede Kamerdebat van 2 juni, waarin het advies van de Raad voor Cultuur voor de periode 2017-2020 centraal stond.

Aangenomen moties

De Kamer stemde in met een motie van Dik-Faber (ChristenUnie) en Van Toorenburg (CDA) over een betere verdeling van de culturele budgetten tussen Randstad en regio’s. Ook het verzoek van Pechtold en Monasch (PvdA), om te onderzoeken of er in de basisinfrastructuur ruimte is voor de ondersteuning van meer dan de huidige drie productiehuizen, werd aangenomen. 

Een motie van de VVD en PvdA kreeg eveneens voldoende steun: zij willen dat BIS-instellingen in hun plannen verplicht moeten uitwerken hoe zij invulling geven aan het bereiken van een nieuw en divers samengesteld publiek, aan ruimte voor nieuwe makers, talentontwikkeling en ondernemerschap, aan regionale spreiding, en aan goed werkgeverschap.

Op Prinsjesdag presenteert minister Bussemaker de definitieve Cultuurnota 2017-2020. Hierin zal blijken wat zij uit de moties heeft overgenomen.