De helft van de gemeenten verwacht na 2014 extra te moeten bezuinigingen op cultuur. Gezamenlijk levert dit een extra cultuurkorting van tachtig miljoen euro op, bovenop de honderdzeventig miljoen euro die sinds 2011 door gemeenten op cultuur wordt bezuinigd. De totale gemeentelijke cultuurkorting zal daarmee oplopen tot 250 miljoen euro, vergelijkbaar met de rijksbezuinigingen die toenmalig staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra in 2011 doorvoerde. Gezamenlijk geven gemeenten dan echter nog steeds een miljard euro meer uit aan cultuur dan het rijk.

Naar schatting zullen de gemeenten in 2014 gezamenlijk vier procent extra op cultuur bezuinigen, bovenop de gemiddelde bezuiniging van negen procent in 2011-2013. Dit blijkt uit een onderzoek van Bureau Berenschot in samenwerking met belangenorganisatie Kunsten ’92. De resultaten worden vandaag gepresenteerd tijdens het Gemeentelijk Cultuurcongres in Rotterdam, ter voorbereiding op de verkiezingen in maart. Voor het onderzoek vroeg kunst- en cultuurconsultant Bastiaan Vinkenburg gemeenten via een online enquête naar hun verwachtingen voor cultuur in de collegeakkoorden na de komende gemeenteraadsverkiezingen. Vijfenzestig gemeenten werkten mee.

Van de vier grote gemeenten bezuinigt vooral Rotterdam fors. De gemeente verwacht na 2014 nog eens tien tot vijftien procent te moeten korten bovenop de bezuiniging van veertien procent sinds 2011, een totale korting van vijfentwintig tot dertig procent sinds 2011. Den Haag verwacht in totaal vijftien tot twintig procent te moeten bezuinigen en voegt nul tot vijf procent extra korting bij de huidige veertien procent. De gemeente Amsterdam verwacht maximaal vijf procent extra te gaan bezuinigen, bovenop de huidige tien procent. Utrecht kiest als een van de weinigen voor een minimale cultuurkorting: de gemeente heeft in 2011-2013 niet bezuinigd op cultuur en verwacht na 2014 nul tot vijf procent te moeten korten.

Vanaf 2015 groeit de druk op de budgetten van de gemeenten, onder meer vanwege de krimp van het Gemeentefonds en hogere lasten door decentralisaties (waardoor de gemeenten er extra taken bij krijgen). Wel benadrukt Vinkenburg dat cultuur opnieuw veel aandacht in de collegeakkoorden krijgt. Thema’s die een grote rol zullen spelen zijn cultuureducatie, cultureel ondernemerschap en de relatie met andere beleidsterreinen (zoals het sociale domein). Gemeenten lijken hiermee inhoudelijk gezien het rijkscultuurbeleid van minister Bussemaker te volgen.

Het onderzoek van Vinkenburg is een verwachtingsonderzoek. De verkiezingen in maart kunnen beleidswijzigingen met zich meebrengen, waardoor de uiteindelijke bezuinigingen kunnen afwijken van de schatting die beleidsmedewerkers en cultuurwethouders voor dit onderzoek hebben gemaakt.

Foto: Gemeentehuis Rotterdam