23 instellingen keren niet terug in de vierjarige regeling van Het Fonds Podiumkunsten. Daartoe behoren grote namen als Orkater, Dood Paard, Danstheater Aya en Het Nederlands Theaterfestival. Het Fonds heeft vandaag zijn meerjarige activiteitensubsidies bekend gemaakt. Van de 212 subsidieaanvragen heeft het podiumkunstenfonds er 84 gehonoreerd. Daaronder zijn 28 nieuwkomers, zoals Moeremans&sons, Marjolijn van Heemstra, Urban Myth en Jens van Daele. 

Het Fonds Podiumkunsten, dat namens de Rijksoverheid de professionele podiumkunsten in Nederland ondersteunt, had voor de vierjarige activiteitensubsidies 26,9 miljoen euro te verdelen. De instellingen vroegen ruim het dubbele aan, bij de festivals werd het budget zelfs vier keer overvraagd. Het Fonds kan niet alle instellingen met een positief advies ondersteunen en een groot aantal valt dan ook onder de zogenaamde zaaglijn. Het Fonds spreekt van de a-categorie (honoreren) en een b-categorie (positief advies, maar geen geld). De rangorde wordt bepaald door de vier criteria aan de hand waarvan het Fonds beoordeelt: artistieke kwaliteit, ondernemerschap, pluriformiteit (o.a. culturele diversiteit) en geografische spreiding. Voor festivals gold nog een vijfde criterium: bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten.

Dans
Another Kind of Blue (David Middendorp), Backbone (Alida Dors), De Dansers, Burning Bridges (Jens van Daele), Panama Pictures (Pia Meuthen) en Plan-d (Andreas Denk) komen als nieuwe aanvrager vanaf 2017 in de vierjarige subsidieregeling. Danstheater Aya, LeineRoebana, T.R.A.S.H. en Veem House voor Performance krijgen geen geld meer. Maas Theater en Dans valt onder de zaaglijn, hun subsidie wordt gehalveerd. Ook ICKamsterdam moet flink inleveren. Club Guy & Roni, De Stilte, ISH, NBprojects (Nicole Beutler) en Project Sally kunnen groeien.

Muziektheater
Het Fonds vond ruimte voor slechts zes instellingen in de categorie muziektheater. Daaronder zijn nieuwe groepen Urban Myth en Via Berlin. De muziektheateraanvraag van Orkater (het gezelschap diende ook in bij theater) is positief beoordeeld, maar de adviescommissie constateert dat het gezelschap vergeleken met de gehonoreerde organisaties een minder sterk plan indiende. Ook Tafel van Vijf en PIPS:lab verdwijnen uit de meerjarige regeling voor muziektheater. Het Fonds stelt dat een projectmatige manier van produceren beter past bij deze organisaties.

Theater
Tien theatergezelschappen die meerjarig subsidie ontvingen van het Fonds, worden niet opnieuw gehonoreerd. Onder hen een aantal met een lange staat van dienst, zoals Orkater, Beumer&Drost, Matzer en Dood Paard. Volgens het fonds scoren deze instellingen minder goed door een combinatie van afnemende artistieke betekenis en/of matig ondernemerschap. Ook Laura van Dolron, Gnaffel, Terra, Unieke Zaken en Hoge Fronten verliezen vanaf 2017 hun meerjarige subsidie.

Nieuwkomers zijn BOG., Moeremans&sons, Marjolijn van Heemstra, Het Nieuw Utrechts Toneel, Jan Vos (Tjeerd Bischoff en Jeroen van den Berg), Lotte van den Berg, Nieuwe Helden (Lucas De Man), Schippers & van Gucht, SoAP, Stip Theaterproducties, Schwalbe en Young Gangsters.
Theater Bellevue valt op de zaaglijn en gaat er flink op achteruit. BonteHond, De Warme Winkel, Jakop Ahlbom, de Toneelschuur en ZEP zien hun subsidie flink verhoogd.

Festivals
Bij de festivals is het krappe budget zeer nijpend. Van de 34 positief beoordeelde instellingen krijgen er slechts 12 subsidie. Het Nederlands Theaterfestival valt onder de zaaglijn en verliest zijn subsidie. Andere positief beoordeelden zonder geld zijn Jonge Harten Festival, Holland Dance Festival, Amsterdams Kleinkunst Festival, Festival Cement, Festival Circolo, Cultura Nova, schrit_tmacher, Flamenco Biënnale,Deventer op Stelten, Motel Mozaïque en Rotterdam Circusstad.

Het Fonds heeft nu de voorkeur gegeven aan festivals met ‘een uitgesproken artistieke signatuur’ of ‘bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten in Nederland’. Op het gebied van theater en dans zijn zo de aanvragen gehonoreerd van oudgedienden als Julidans, Noorderzon, Operadagen Rotterdam, Spring en Tweetakt en van de nieuwkomers Theaterfestival Boulevard en Summer Dance Forever. Voor Oerol werd vorig jaar door de Tweede Kamer een plek gemaakt in de culturele basisinfrastructuur (BIS).

Instroom
‘De effecten van de bezuinigingen zijn niet voorbij’, zegt Fondsdirecteur Henriëtte Post in een toelichting. ‘Het budget is nog steeds klein en dat maakt dat de nieuwe instroom grote gevolgen heeft voor bestaande instellingen. We zijn heel blij dat 28 nieuwe instellingen een meerjarige subsidie krijgen. En we denken dat de beslissing van vier jaar geleden om de projectsubsidies relatief te ontzien gerechtvaardigd is geweest: dat heeft nieuwe groepen de mogelijkheden gegeven om te groeien.’

Over het grote aantal instellingen onder de zaaglijn zegt Post: ‘Wat we met de b-lijst duidelijk willen maken is dat de onderlinge verschillen tussen de positief beoordeelde instellingen gradueel zijn en dat dat hele moeilijke keuzes zijn. Het gaat er in de eerste plaats om in hoeverre de aanvragen voldoen aan de criteria van de regeling en vervolgens hoe realistisch het is wat de instelling zich voorneemt ten opzichte van de resultaten van de afgelopen vier jaar. Veel instellingen beschrijven in hun plannen een trendbreuk, zakelijk of artistiek. Dat moeten ze wel kunnen uitleggen.’

Het totale veld van aanvragen overziend, ziet Post vooral problemen bij de festivals: ‘Die situatie is te erg. En wat er nu gebeurt met zoveel positief beoordeelde instellingen onder de zaaglijn strookt niet met opvattingen die zowel in het veld als in de politiek leven over de rol die festivals kunnen spelen als brug tussen aanbod en publiek. Daarnaast ligt er een lacune op het gebied van culturele diversiteit. Bij dans en muziektheater zijn er een paar nieuwe instellingen bijgekomen op dit gebied (zoals Backbone en Urban Myth), maar bij theater bijvoorbeeld niet.’

Foto: Coco Duivenvoorde