In een brief aan Jet Bussemaker, minister voor Cultuur, geeft de Raad voor Cultuur ‘richtinggevende aandachtspunten over het nieuwe plan van De Utrechtse Spelen’. Vanwege een ingrijpende koerswijziging verzocht de minister De Utrechste Spelen een nieuw plan te schrijven dat nu door de Raad is beoordeeld.

Het door Jacques van Veen (algemeen directeur) en Thibaud Delpeut (artistiek directeur) geschreven plan wordt door de Raad met ‘respect’ bejegend. ‘Een deel van de vragen die hij over de inhoud en invulling van het plan heeft, wordt dan ook waarschijnlijk veroorzaakt door de korte tijd die de instelling beschikbaar had.’

Het centraal stellen van het werk van Delpeut kan de goedkeuring van de Raad wegdragen. De Raad beschouwt Delpeut als een getalenteerd regisseur die met DUS een hechte positie in het landelijke theaterbestel moet kunnen verwerven. Maar de Raad is ook kritisch: hij vindt het gekozen repertoire niet bijzonder onderscheidend ten opzichte van andere rijksgesubsidieerde theatergezelschappen. Daarom spoort de Raad DUS aan om de plannen minder sterk te richten op een ingewijd theaterpubliek.

Volgens de Raad is voor het draagvlak en succes essentieel dat DUS zich goed positioneert in de stad en de banden aanhaalt met publiek en culturele organisaties. Daartoe is een doortimmerd marketingbeleid onontbeerlijk. Bovendien adviseert de Raad de plannen voor talentontwikkeling nader uit te werken. Dat DUS vaker in het eigen theater, De Paardenkathedraal, gaat spelen, ziet de Raad als een goede ontwikkeling die de eigen positie in de stad kan vergroten.

Ten slotte zet de Raad een vraagteken bij het voornemen van DUS om aan het einde van de subsidieperiode het financiële tekort op de balans te hebben weggewerkt. Tegenvallende inkomsten kunnen dat verhinderen. De Raad vindt de geplande bezoekcijfers voor de komende jaren erg ambitieus, mede gezien het feit dat het gezelschap opnieuw een naam en reputatie zal moeten opbouwen.

Foto Thibaud Delpeut: Rene den Engelsman