Dood Paard verhuist deze zomer van de Amsterdamse Herengracht naar het pand van Frascati. Zowel de werkruimte als het kantoor van het collectief wordt verplaatst naar het theater en productiehuis aan de Nes. Het plan is een gevolg van de overheidsbezuinigingen op cultuur. De verhuizing scheelt het collectief namelijk de helft van zijn huisvestingskosten. Met het oog op de efficiëntie worden wellicht ook delen van de backoffices van beide instellingen samengevoegd.

Ondanks het gedeelde dak blijft Dood Paard volledig zelfstandig, benadrukt Marten Oosthoek van het collectief. Invloed krijgt Frascati niet, wel wordt Dood Paard ‘nog meer een huisgezelschap’. Ook zal het een rol spelen in het ondersteunen van jonge makers bij Frascati Producties en betrokken raken bij het ‘reilen en zeilen van het theater’, vermoedt Oosthoek.

De toekomst van Dood Paard is tot op grote hoogte afhankelijk van subsidie. Het collectief kreeg, na de oprichting in 1993, acht jaar lang projectsubsidies toegewezen, maar krijgt inmiddels een vaste subsidie zowel van het Fonds Podiumkunsten als van de gemeente Amsterdam. Als het collectief twee derde van het aangevraagde bedrag verliest (bij het FPK is 414.000 euro aangevraagd) of zelfs helemaal niets krijgt, wankelen alle plannen. De nieuwe huisvesting komt ook onder druk te staan als Frascati geen subsidie krijgt toegewezen.