Een week geleden publiceerde de Volkskrant een geruchtmakend artikel over leraren van de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunst Academie (ATKA) die verhoudingen zouden hebben gehad met studentes van de opleiding. Hieronder een overzicht van het nieuws en de reacties.

Belangrijkste nieuws is dat Jappe Claes in 2014 opstapte als artistiek leider van de regieopleiding na druk van de toen net aangetreden directeur Jan Zoet. Een onderzoek van een groep docenten concludeerde dat Claes seksuele relaties had gehad met tien à twintig studenten. Een aantal vrouwen zei zich door hem geïntimideerd te voelen. Het gaat hierbij om studenten van de ATKA, waar Claes les gaf naast zijn werk voor de regieopleiding. Zoet gaf Claes de keus tussen vertrekken of een onderzoek naar zijn gedrag.

In hetzelfde artikel wordt ook Ruut Weissman, artistiek leider van de ATKA en kleinkunstregisseur, genoemd. Hij zou in de jaren ’80 verschillende keren een verhouding hebben gehad met een studente. Weissman geeft dat ook toe (‘Ik wil het niet goedpraten, maar dat was het klimaat’), maar zegt dat het na 1990 niet meer is gebeurd. De Volkskrant meldt dat er wel recentere geruchten over hem zijn, maar de school ziet daar te weinig basis in voor verder onderzoek. De reconstructie van de krant vertelt wel over een studente die met een klacht over Claes naar Weissman stapt, maar wordt afgewimpeld. Weissman ontkent dat dit voorval heeft plaatsgevonden.

Lees het nieuwsbericht van de Volkskrant en de hele reconstructie (€).

In de reacties op het artikel van (oud-)studenten van de Amsterdamse Toneelschool en de Kleinkunstacademie overheersen bezwaren tegen het op één hoop vegen van de zaken Claes en Weissman. ‘Nu dreigt de hele carrière van een respectabel regisseur en artistiek leider door de plee te worden gespoeld, omdat een onzorgvuldige journalist graag het verhaal over Jappe Claes nog wat dikker wilde maken dan het al was’, schrijft Johan Fretz; en Diederik Ebbinge valt hem bij. De huidige studenten van de ATKA laten in een ingezonden brief in Het Parool weten dat ze zich niet in het door de Volkskrant geschetste beeld herkennen. In de commentaren op deze Facebook post van Dick van den Heuvel schetsen veel oud-studenten de sfeer op de opleiding.

De columnisten:

  • Elma Drayer (€): ”Het klimaat’ alléén bevredigt als vergoelijking heel matig. Het gaat immers steevast om enkelingen. De meeste docenten haalden het goddank niet in hun hoofd om je het bed in te praten. Terwijl zij evengoed leefden in dat o zo tolerante klimaat.’
  • Hein Janssen (€): ‘Jappe Claes is vorig jaar al via de zijdeur afgegaan, maar intussen alweer verbonden aan het Nationale Toneel. Artistiek directeur Theu Boermans zou er beter aan doen hem terug naar België te sturen, ter bezinning.’
  • Sander van Walsum (€): ‘Op een theaterschool, met docenten die in de ogen van hun pupillen vaak een goddelijke status genieten, is die machtsongelijkheid nog veel uitgesprokener dan op andere onderwijsinstellingen – waar studenten zich (idealiter) vooral spiegelen aan de kennis van de docent, maar niet aan hem persoonlijk.’
  • Theodor Holman (€): ‘Hoe provinciaal zijn Ruut Weissman en Jappe Claes daarentegen. Onzekere meisjes neuken – ja zeg, dat kan iedereen! Zijn zij amoreel? Ja. Ze maakten subtiel misbruik van macht.’
  • Max Pam (€): ‘Waarom krijgt dat knappe meisje op haar rapport net die zes min en zit die pukkelige jongen ernaast? Het hoort niet, het zal minder worden, maar helemaal verdwijnen zal het nooit. Mijn beste vriend op de School voor de Journalistiek had een verhouding met onze lerares Engels. Een aardig mens en niemand die er toen aanstoot aannam.’

En ook:

  • Pieter Klok (adjunct hoofdredacteur van de Volkskrant): ‘Een van de lastigste onderzoeksjournalistieke producties die ik heb begeleid.’
  • Sarah Sluimer op De Correspondent: ‘Aanranding, verkrachting, grensoverschrijdend gedrag, ongelijkwaardige verliefdheid, ongepaste affaires: alles wat een professional netjes weet te scheiden, dreigt nu op de grote hoop van onze emotionele verontwaardiging te belanden, waarna de roep om bloed van de aangeklaagden direct volgt.’