Het Amsterdams-Utrechtse duo Oldenosborn won zaterdagavond in een vol Nieuwe Luxor de juryprijs van de 49ste editie van het Rotterdamse cabaretfestival Cameretten. De publieksprijs en de persoonlijkheidsprijs waren voor Kiki Schippers, opgeleid aan de Koningstheateracademie Den Bosch en na de drie finale-optredens torenhoog favoriet in de wandelgangen.

De wegen van jury’s van (cabaret)festivals zijn vaak ondoorgrondelijk voor neutrale kijkers. Maar als van kunsten dan toch een wedstrijd gemaakt wordt, is het wel zo leuk als het een beetje spannend is. Met controverse en onbegrip en na afloop vingers die naar voorhoofden wijzen. Dat zijn niet de finales waarin één act er met kop en schouders bovenuit steekt en waarvan je op voorhand al weet dat die met alle prijzen op de loop gaat.

Kiki Schippers, ontegenzeggelijk het grootste podiumtalent met de meeste bijval uit de zaal, zette met Hard hoofd een mooi, grappig en kwetsbaar muzikaal kleinkunstprogramma neer. Met het hartverscheurende liedje ‘Guus, we zouden trouwen’ en het humoristische ‘Er zit nog zaad op de muur’ als hoogtepunten van de hele avond. ‘Een sterke persoonlijkheid,’ vond de jury haar, ‘met een goed opgebouwd programma waarin ze jury en publiek deelgenoot maakt van haar persoonlijk leed.’

Juist dat laatste zal – zo was een gevoel van de wat gevorderde cabaretkijkers in dezelfde wandelgangen – de reden zijn dat Oldenosborn de jury meer kon bekoren. Lize van Olden en Victoria Osborn delen hun persoonlijk leed ook met de zaal, op vaak hysterische wijze, maar trekken dit een stukje breder.

Zij verbinden het aan de problematiek van hun generatie, de generatie Y. De generatie die is opgevoed door de babyboomers, die ervan uitgaat dat alles vanzelf komt, aan wie is verteld dat ze ‘speciaal’ is en alles kan worden en krijgen wat ze wenst in het leven. Maar die er nu achter komt dat het enige speciale van deze generatie het optimisme van die ouders was. En dat je zonder hard werken echt nergens komt. En dat zweverig gelul en design-opvoedmethodes opnieuw draken van kinderen opleveren die letterlijk de vloer met je aanvegen.

Het is de klassieke cabaretvorm van afzeiken, dominantie, onderlinge nijd, gluiperigheden en huichelarij en het ontaardt soms in veel lawaai, zonder veel wol. Volgens de Camerettenjury is een heel eigen en veelbelovend nieuw damesduo opgestaan.

De derde finalist, Emiel van der Logt uit Roosendaal, overtuigde – uitgezonderd zijn vriendenclubje in de zaal – nagenoeg niemand. Een van de bestaansredenen van een comedian is ‘de grap’. Als die ontbreekt, heb je een probleem. En je publiek ook.

Foto: Jaap Reedijk