De keuken is overvol en rommelig. De afwas in lange tijd niet gedaan. Een opening in de wand geeft zicht op het voeteneinde van een bed. Daar ligt een moeder langzaam te sterven, het is de moeder van een jongen die zich uit de buitenwereld heeft teruggetrokken om haar te verzorgen. Plots, zo verhaalt hij, diende de hersenziekte Alzheimer zich bij haar aan. Weg was zijn intelligente moeder die uitsluitend leefde voor kernonderzoek.

Denken, altijd maar doordenken over alles in de wereld was haar devies. Over het hoe en waarom van moleculen, over de zoektocht naar het Higgs-deeltje, over de Romeinen en de brandende kern van de aarde. Haar zoon, de gevoelige Philippe de Goede, wijdt zijn tijd aan haar laatste uren en haalt herinneringen op, pijnlijke en mooie, aan een moeder die nooit een echte moeder was. Hij leeft in zijn hart, zij in haar hoofd.

Met onstuimige, wervelende vaart vertelt solo-acteur Titus De Voogdt zijn meeslepende verhaal dat balanceert op de grens van poëzie en wetenschap, magie en rationaliteit. De Voogdt leerde het acteren in de school van Arne Sierens en dat is aan zijn levendige, fysieke spel goed te merken. Hij is een kluwen onrust. Klimt in keukenkastjes, klautert op het aanrecht, gaat op de grond liggen, allemaal vol energie. Zijn T-shirt is gehavend, de spijkerbroek gescheurd. Leest hij een boek, dan slaan opeens de vlammen van de pagina’s, maar hij blijft doorlezen. Zijn grootvader was tovenaar, eigenlijk niet eens zo’n goede. Zijn grootste truc was de verdwijntruc: tijdens de show verzamelde hij spullen van mensen, deed die in een toverdoos, sprak enkele spreuken uit en zie… de spullen waren verdwenen. Ook kleinzoon Philippe wijdt zich aan deze truc. Maar bij hem krijgt de tovenarij een tragische dimensie: immers, zijn moeder zal binnenkort voorgoed verdwenen zijn.

De Voogdt heeft zich onmiskenbaar laten inspireren door het werk van de Britse schrijver Bill Bryson, bijvoorbeeld Een huis vol en Een kleine geschiedenis van bijna alles. Superieure literatuur die dagelijkse voorwerpen onderzoekt en in een vaak raadselachtig licht plaatst. Ook De Voogdt speelt met het bekende, maar geeft er telkens een bijzondere wending aan. Schitterend is zijn uitbeelding van een kleine jongen wiens fiets in tweeën breekt. Het stuur gaat de ene kant op, het achterwiel plus zadel de andere kant. Dat zijn oom de gebroken fiets kon lassen, iets dat kapot is weer heel maken, heeft de kleine jongen zijn leven lang gefascineerd.

Aan het slot vindt er een ontroerende scène plaats met een ballon en een geweer. Ik ga niet verraden wat het is, maar wel dat het groots is en inventief gevonden. De geschiedenis van de wereld aan de hand van banaliteiten is een meesterlijke vertelling van een hartstochtelijk theatermaker, geregisseerd door Johan De Smet. Voeg daarbij de live muziek, op gitaar uitgevoerd door Geoffrey Burton, en er ontstaat een wonderbaarlijk mooie voorstelling, gevoelig met een hoge mate van intelligentie.

Foto: Phile Deprez